Gedurende vele decennia heeft het Wachttorengenootschap de wereldwijde prediking uitgebreid naar steeds meer landen. Onlangs heeft de organisatie een mijlpaal bereikt waarbij ze publicaties hebben uitgebracht in meer dan 1.000 talen. Dit mag met recht worden bestempeld als een fenomenale prestatie. Het lijdt geen twijfel dat het goede nieuws op dit moment over de hele wereld wordt gepredikt, precies zoals Jezus dit had voorzegd – althans, tot voorkort was dit nog het geval.

Sinds het begin van de Covid-19-crises heeft het Wachttorengenootschap vrijwel alle activiteiten opgeschort. Toen de verschillende overheden oorspronkelijk begonnen met het invoeren van de lockdowns toen werd dit nog gepresenteerd als een tijdelijke maatregel van ongeveer twee weken om zo de verspreiding tegen te gaan. Onderhand is dit nu al ruim negen maanden geleden. En hoewel het leven voor velen weer min of meer normaal is geworden, geldt dat niet voor Jehovah’s Getuigen. Op dit moment is er geen sprake van openbare prediking of bijeenkomsten. Zelfs in Zweden, waar geen lockdown was, beval het Besturende Lichaam de Jehovah’s Getuigen toch om te stoppen met prediken en samenkomen.

Ondanks de buitengewone maatregelen die werden genomen, claimt Bethel toch dat er 5.000 Jehovah’s Getuigen zijn omgekomen door het virus. Dit is zondermeer een tragisch gegeven. Wanneer we echter de zaken in perspectief bekijken dan blijkt dat wanneer we het hebben over een organisatie bestaande uit 8 miljoen mensen waarbij er ook nog een aanzienlijk aantal niet-gedoopte en inactieve verkondigers zijn, dat we op een totaal uitkomen van ongeveer 10.000.000 personen. 5.000 personen van de totaal 10.000.000 vertegenwoordigt 0,05% van het geheel.

Zoals we ondertussen al weten, heeft het mortaliteitscijfer van dit specifieke virus bijna uitsluitend betrekking op ouderen en mensen met zogenaamde comorbiditeiten (onderliggende gezondheidsproblemen). Jongere mensen en zelfs mensen van middelbare leeftijd zonder ernstige gezondheidsproblemen ondervinden nauwelijks last door covid-19. Blijkbaar zijn vele miljoenen mensen besmet met het virus terwijl ze helemaal geen symptomen hebben. Zelfs wanneer ze ziek zouden worden, dan is het in veruit de meeste gevallen niet ernstiger dan een verkoudheid of een gewone griep. Wanneer we ons bewust zijn van dit medisch vaststaande feit, hoe kan het dan dat het Wachttorengenootschap wereldwijd aan alle koninkrijksverkondigers een quarantaine heeft opgelegd?

In de JW.org video Update # 4 van het Besturende Lichaam las broeder Anthony Morris Spreuken 14:16 voor, waar staat geschreven: De wijze is voorzichtig en vermijdt slechtheid, maar de dwaas is roekeloos en overmoedig.

Er wordt hier gesuggereerd dat het dwaas en roekeloos is wanneer een van Jehovah’s Getuigen de straat op zou gaan om het goede nieuws te prediken. Broeder Morris suggereerde ook dat Jehovah’s Getuigen dwaas zijn indien ze zouden samenkomen in hun Koninkrijkszalen.

De vertegenwoordiger van het Besturende Lichaam beweerde vervolgens dat het leven op dit moment het allerbelangrijkste is. Het is op z’n minst ironisch te noemen dat het predikingswerk voorheen altijd werd beschouwd als een levensreddend werk. Dat is in ieder geval wat de Bijbel ons leert. Wanneer we weten dat dit waar is, wat is er op dit moment dan veranderd waardoor het allerbelangrijkste, levensreddende werk dat Christus ons heeft opgedragen nu ineens wordt bestempeld als iets dat te riskant zou zijn om deel aan te nemen? Waarom wordt op dit moment het nalaten van levensreddend werk beschouwd als iets levensreddends? Het is nu de omgekeerde wereld.

Het zou overigens beslist verstandig zijn voor de ouderen en zwakkeren om de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen – zoals bijvoorbeeld het vermijden van grootschalige bijeenkomsten. Het zou daarnaast ook getuigen van verantwoordelijkheid indien gezonde personen onnodige interactie met kwetsbare personen zouden vermijden, aangezien we allemaal asymptomatische dragers van het virus zouden kunnen zijn. Maar waarom zouden alle Jehovah’s Getuigen ondanks dat, het verbod opgelegd moeten krijgen om hun bediening en vergaderingen toch volledig stil te leggen? Waarom zou het te riskant en te roekeloos zijn indien een verkondiger op een willekeurige straathoek naast een lectuurstand gaat staan terwijl deze getuige een mondkapje draagt?

Zoals alle Jehovah’s Getuigen heel goed weten, gebood Jezus zijn discipelen rechtstreeks om te gaan prediken en om discipelen te maken. De meest vooraanstaande dienaar van Christus, de apostel Paulus, spoorde Timotheüs dringend aan om “het woord te prediken, zonder uitstel, in gunstige tijd en in moeilijke tijd…” We bevinden ons op dit moment zondermeer in een moeilijke tijd. En het meest tragische van dit alles is dat miljoenen mensen die normaliter niet thuis zouden zijn, op dit moment wel thuis zitten. En gezien het feit dat velen van hen op dit moment gebukt gaan onder grote ongerustheid en onzekerheid, is juist nu bij uitstek een uitermate geschikt moment om hen te bezoeken met een boodschap van troost en hoop.

Laten we nou niet doen alsof het afleggen van huisbezoeken een daad zou zijn van levensgevaarlijke dwaasheid en roekeloosheid. Dat is het absoluut niet. Tijdens de zojuist afgesloten presidentiële verkiezingscampagne in de Verenigde Staten hebben enorme groepen vrijwilligers die de Republikeinse partij vertegenwoordigen meer dan 20 miljoen huisbezoeken afgelegd. Volgens een artikel in de “Christian Science Monitor” hebben de Republikeinen in de aanloop naar de verkiezingen per week aangebeld bij gemiddeld twee miljoen huisdeuren. Dat aantal is vergelijkbaar met het bereik van Jehovah’s Getuigen in de Verenigde Staten vóór de theocratische lockdown van het Besturende Lichaam.

Wanneer we ons realiseren dat voorstanders van Donald Trump actief campagne voeren voor zijn presidentschap tijdens deze pandemie, waarom wordt het dan als iets dwaas en roekeloos beschouwd wanneer kerngezonde verkondigers deelnemen aan de openbare bediening om campagne te voeren voor de Koning en zijn Koninkrijk? Er is hier iets grondig mis.

De vraag die Jehovah’s Getuigen zichzelf zouden moeten stellen is deze: wie heeft het Besturende Lichaam de autoriteit gegeven om rechtstreeks tegen het gebod van Christus in te gaan? Het antwoord op deze vraag is: helemaal niemand! Hoe konden ze dit toch doen? Geen enkele mens, hoe getrouw of beleidvol dan ook, bezit de autoriteit om de bevelen van Jezus Christus zomaar naast zich neer te leggen. Het feit dat Jehovah’s Getuigen pretenderen alsof ze het werk voortzetten door brieven te schrijven en ongevraagde telefoontjes te plegen, vormt de bevestiging dat het Wachttorengenootschap in de veronderstelling verkeert dat het wereldwijde predikingswerk op dit moment nog niet tot een besluit is gekomen. Aangezien de fase van prediking dus nog niet voorbij is, kunnen we ook niet anders dan concluderen dat het Besturende Lichaam vanwege hun bevel om de openbare prediking en het maken van discipelen te staken (wat de basis is voor het bestaansrecht van de Watchtower Bible and Tract Society), zij zich openlijk tegen God hebben verzet.

Het is in deze korte boodschap niet mijn bedoeling om de onjuistheid van de 1914-doctrine door het Wachttorengenootschap te onderstrepen, echter wil ik wel kwijt dat het ontzettend dwaas zou zijn om te veronderstellen dat het teken van het besluit zich in de toekomst niet zou kunnen openbaren. Het zou zeer onverstandig zijn om erop te staan dat de wereld niet in een oorlog gestort zou kunnen worden, vergezeld van hongersnood en pestilenties, die de gebeurtenissen omtrent 1914 in alle opzichten zal overtreffen.

De geïnspireerde apostel voorzei in 2 Thessalonicenzen 2:3-4 dat de werkelijke en authentieke parousia niet zal beginnen ‘tenzij eerst nog de geloofsafval komt en de mens van wetteloosheid moet worden geopenbaard, de zoon van vernietiging’. Hij verzet zich en verheft zich boven elke zogenaamde god of elk voorwerp van aanbidding, waardoor hij in de tempel van God gaat zitten en zich in het openbaar als een god presenteert.

We zijn dus nu op dit moment getuige van de voorzegde geloofsafval. Het doet er niet toe met welk motief dit besluit kracht wordt bijgezet, zelfs niet wanneer men pretendeert om daarmee levens te redden…door rechtstreeks in te gaan tegen het gebod van de Meester, heeft het Besturende Lichaam zichzelf verheven boven de Machtige God – Jezus Christus. Bedenk eens dat hetgeen waarin de katholieke kerk heeft gefaald door hun eeuwenlange tegenstand, samen met tirannieke machten zoals de nazi’s en de communisten – Satan er uiteindelijk wel in is geslaagd door het Besturende Lichaam ertoe te bewegen om niet alleen het wereldwijde predikingswerk stil te leggen, maar daarnaast is de Duivel er ook nog in geslaagd om door middel van het Besturend Lichaam alle Jehovah’s Getuigen te verbieden om nog langer fysiek bij elkaar te komen om te vergaderen en om Jehovah te aanbidden.

De boodschap die in Jesaja aan de leiders van Jehovah’s volk uit de oudheid werd opgetekend blijkt nu op dit moment zeer relevant en actueel te zijn voor Jehovah’s Getuigen wereldwijd: Mijn volk wordt uitgebuit door de opzichters en wordt geregeerd door vrouwen. Mijn volk, jullie leiders laten je ronddolen, ze brengen jullie op een dwaalspoor. Jehovah neemt zijn plaats in om zijn rechtszaak te voeren en staat op om een vonnis te vellen over volken. Jehovah zal een oordeel uitspreken over de oudsten en leiders van zijn volk. ‘Jullie hebben de wijngaard platgebrand. En wat jullie van de armen hebben gestolen, ligt in jullie huizen. Hoe durven jullie mijn volk te vertrappen en arme mensen tot stof te vermalen?’, verklaart de Soevereine Heer, Jehovah van de legermachten.” (Jesaja 3: 12-15)

Op dit kritieke moment verschuilen Jehovah’s Getuigen zich in hun huizen als gevolg van de bevelen die door hun leiders werden uitgevaardigd om zich maar vooral niet op straat te begeven. Waar is nou die onbevreesde geest van Christus gebleven die voorheen altijd de overhand had? Hoe waar blijken de woorden uit de Schrift wanneer we moeten constateren dat het Besturende Lichaam de wijngaard heeft platgebrand. De wijngaard symboliseert de velddienst die op dit moment volledig non-existent is. De wijngaard ligt er woest en verlaten bij en is afgezet en tot verboden terrein verklaard – alsof ze opzettelijk in brand is gestoken. In plaats van moed en leiderschap te tonen in deze zogenaamde moeilijke tijden, heeft het Besturende Lichaam, zoals het vers hierboven zegt, zichzelf opgesteld als vrouwen die het gevaar liever vermijden.

Ten aanzien van datgene wat ze hebben gestolen, dient u zich geen illusies te maken. Zelfs al voordat elke Koninkrijkszaal van de overheid moest worden gesloten vanwege de terreur die werd veroorzaakt door de opgeklopte pandemie, had het Wachttorengenootschap de deuren van bijna 1000 Koninkrijkszalen al afgesloten met een hangslot omdat deze zalen te koop stonden op de onroerend goed markt. Hierdoor werden tienduizenden broeders en zusters gedwongen onteigend van hun gebedshuis waardoor ze moesten uitwijken naar andere verder weggelegen Koninkrijkszalen. Ondanks het feit dat de plaatselijke broeders en zusters alle bouw- en onderhoudskosten op zich nemen – om nog maar te zwijgen over het feit dat elke Koninkrijkszaal plechtig aan Jehovah God is opgedragen – verkoopt het Wachttorengenootschap deze plaatsen van aanbidding als louter onroerend goed. Ondertussen wonen de vorsten van Bethel zelf in een chique granieten paleis in een prachtig groen bos met een fantastisch uitzicht op het naastgelegen meer.

Het zal niet heel veel langer meer duren voordat Jehovah, zoals het bovenstaande vers zegt, zijn plaats inneemt om zijn rechtszaak te voeren en om zijn beschuldigingen te uiten.

Als u opzoek bent naar waarheid en antwoorden, download dan de gratis brochure getiteld:

“De Tweede Komst van Christus – wat zal dit voor u betekenen?”

Deze boodschap wordt digitaal verspreid onder Jehovah’s Getuigen. Voelt u zich alstublieft vrij om deze boodschap ook te delen met uw vrienden en contacten. Dit artikel wordt ook, samen met de brochure over de Tweede Komst van Christus, rechtstreeks verstuurd naar verschillende bijkantoren van het Wachttorengenootschap.