Timothy KlineWelkom bij deze derde en verbeterde referentie-uitgave van het boek Jehovah Zelf Is Koning Geworden!

Lezers die op zoek zijn naar een anti-Jehovah’s Getuigen- boodschap zullen ernstig teleurgesteld zijn in dit boek. De kernboodschap van dit boek is net zo simpel als onwrikbaar: in onze huidige moderne tijd zijn Jehovah’s Getuigen Gods volk te midden van dit verderfelijke goddeloze samenstel van dingen waarbij de allergrootste climax in razendsnel tempo naderbij komt, waarna de kwestie omtrent de soevereiniteit van Jehovah God eens en voor altijd beslecht zal worden.

Het is ironisch om op te moeten merken dat terwijl dit boek nadrukkelijk en openhartig is geschreven, gezien vanuit een pro-Getuigeperspectief, de gewone broeder of zuster uit de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen zich door dit boek waarschijnlijk beledigd zal voelen, omdat dit boek hen dwingt om een persoonlijke inspanning te leveren waarbij kritisch moet worden gekeken naar de diepgewortelde, langdurig gekoesterde organisatorische leerstellingen die niet langer onvoorwaardelijk worden ondersteund vanwege de enorme groeiende hoeveelheid aan zowel seculier bewijs als bewijs dat rechtstreeks afkomstig is uit de Schrift. – Het kritisch onderzoeken van deze bewijzen welke ingaan tegen de uitgestippelde richting van het leiderschap van de Wachttoren-organisatie zelf, kan ertoe leiden dat de persoon in kwestie binnen zijn of haar gemeente gemarkeerd wordt, of erger nog: in het slechtste geval wordt uitgesloten en vervolgens verstoten wordt door familie, vrienden en bekenden.

De snel veranderende situatie op het wereldtoneel, de valse verwachtingen welke door het Wachttorengenootschap zelf zijn gekweekt en aangemoedigd, en de opstapelende problematiek binnen de organisatie zelf, die in rap tempo publiekelijke bekendheid verwerft, terwijl deze problemen er aan de andere kant toe bijdragen dat broeders en zusters hierdoor struikelen in hun geloof als gevolg van deze zaken, duiden aan dat de urgentie van deze kwesties van uitermate groot belang is voor de dienaren van Jehovah God.

Vergist u zich echter niet: de informatie welke in dit document wordt gegeven geeft weinig reden tot verheuging en zal zowel de anti-Jehovah’s Getuigen als de pro-Jehovah’s getuigen niet gelukkig stemmen.

Dientengevolge wordt de auteur, Robert King, door beide kampen geminacht, ondanks het feit dat hij onvoorwaardelijk doorgaat met het publiekelijk uitdragen van zijn stellige overtuiging dat hij blijft erkennen dat alleen Jehovah’s Getuigen de Waarheid kennen, en zich dus in de positie bevinden waarin zij zowel het voorrecht evenals de verantwoordelijkheid bezitten met betrekking tot de bediening als zijnde de ambassadeurs en makers van discipelen.

Het zal u waarschijnlijk verbazen dat nergens in alle brieven, essays en bulletins welke door Robert King door de jaren heen zijn geschreven, hij ooit heeft gepleit voor een beweging van reformatie of wat voor poging dan ook om de problemen op te lossen die als een corrosieve invloed werken binnen zowel de gemeente als binnen de organisatie. Ondanks dat wordt hij toch beschuldigd en bestempeld als afvallige en als een tegenstander. Hij is beschuldigd van het najagen van zijn eigen volgelingen. Er wordt hem verweten dat hij door zijn zogenaamde trots zichzelf plaatst boven de wijsheid en het inzicht van de leiders van het Wachttorengenootschap, welke door Jehovah zelf zijn aangesteld door middel van zijn zoon om zodoende het volk van God van vandaag de dag te voorzien van geestelijk voedsel.

Het moet een ontzettende teleurstelling zijn voor al zijn tegenstanders en aanklagers dat Robert King nergens ooit bij een broeder of zuster heeft gesuggereerd of aangemoedigd om de organisatie te verlaten. Keer op keer is altijd precies het tegenovergestelde het geval geweest. Hij moedigt zijn lezers altijd sterk aan om in de organisatie te blijven, ondanks de ernstige zaken die in dit boek uiteen worden gezet. Robert moedigt hen aan te vertrouwen op Jehovah’s vermogen om de zaken recht te zetten op de door Hem vastgestelde tijd. Hoewel hij begrijpt dat sommigen zich in situaties bevinden waarbij het niet langer mogelijk is om in de organisatie te blijven vanwege het bestaande beleid binnen de organisatie, waar aangestelde mannen verblijven die meer geïnteresseerd zijn in juridische comités met de bedoeling om mensen te verwijderen en te berispen, in plaats van zich vooral te focussen op de door God gegeven verplichting om in tijden van nood als herder voor Jehovah’s schapen te zorgen – raadt hij een dergelijke benadering ook ten stelligste af.

Inderdaad, door dit hele boek heen wordt er op een gepassioneerde wijze een bewustzijn gedemonstreerd omtrent de bestaande problemen en fouten binnen de organisatie, en er wordt aan de hand van de Schrift aangetoond welke redenen eraan ten grondslag liggen waarom deze problemen zich onder Gods volk voordoen, ja, zelfs vandaag de dag in onze moderne tijd.

Dit zijn werkelijke problemen die een grote impact hebben op ons geloof en op ons geweten, en in sommige gevallen zelfs invloed hebben op iemands veiligheid binnen de gemeente. We spreken allang niet meer over slechts een enkeling die vanwege het overmoedige leiderschap van de organisatie door de jaren heen in zijn geloof is gestruikeld.

Echter is het een feit dat geen van deze problemen door een louter sterfelijk mens zal of kan worden opgelost.

Indien deze problemen door mensen konden worden verholpen -zelfs door degenen die handelen vanuit de beste intenties –zouden wij immers geen reden hebben om te blijven uitzien en te blijven verlangen naar de eeuwigdurende oplossing welke een direct gevolg zal zijn van de oprichting van het Messiaanse koninkrijk van Jezus Christus. Pogingen welke bedoeld zijn om de problemen die in dit document worden beschreven op te lossen zullen allemaal gedoemd zijn te mislukken, eenvoudigweg omdat lang geleden al werd voorzegd dat deze problemen voor Gods volk zouden ontstaan in deze moderne tijd. Hoe erg dit ook lijkt in te gaan tegen de menselijke wijze van redeneren en hoe contra-intuïtief men dit alles ook mag vinden, toch kunnen wij juist door het constateren van deze bestaande problemen binnen de Wachttoren-organisatie met zekerheid vaststellen dat Jehovah’s Getuigen in deze tijdsperiode geïdentificeerd kunnen worden als Gods volk, en niet enkel en alleen door slechts het unieke wereldwijde verkondigingswerk van huis tot huis.

Toch zijn deze problemen die in dit boek uitgebreid worden uitgelicht niet iets nieuws voor Gods volk. De Bijbel staat vol met verslagen over mislukkingen uit het verleden als gevolg van de handelingen door Gods volk of anderzijds het leiderschap van Gods volk met als gevolg dat zij afdwaalden van het pad van Jehovah God.

Deze historische voorbeelden die voor ons zijn vastgelegd in de Bijbel zijn uiteengezet als een waarschuwing voor toekomstige generaties dat Jehovah geen God is van tolerantie. Hij disciplineert degenen van wie hij houdt, en in bijna alle gevallen werden Gods strafmaatregelen gerealiseerd door gebruik te maken van een buitenlandse vijandelijke macht die Gods volk aan zich onderwierp opdat zij zich hun God, die hen uit slavernij had verlost, zouden blijven herinneren, de God die een gezegend en exclusief verbond met hen en hun nakomelingen sloot, waaraan zij ontrouw waren geweest, en om hen eraan te herinneren dat hij een God is die redding biedt.

Vandaag de dag geloven reguliere christenen in het algemeen dat ze allemaal op wonderbaarlijke wijze van deze aarde ‘weggenomen’ zullen worden en zullen opstijgen (rupture) en in de hemel zullen worden opgenomen nog voordat alle rampzalige gebeurtenissen op deze planeet zullen losbarsten tijdens de laatste uren van dit goddeloze samenstel. Zij geloven dat zij vanuit de hemel slechts toeschouwers zullen zijn van de rampen die zich zullen voltrekken over de achtergebleven inwoners van de aarde tijdens een Grote Verdrukking.

Terwijl Jehovah’s Getuigen overduidelijk de leer van de ‘opname/rupture’ afwijzen, zijn ook zij in de situatie terechtgekomen waarin zij er stellig van overtuigd zijn dat zij op de een of andere manier op miraculeuze wijze beschermd zullen worden gedurende die aankomende laatste dagen, zelfs wanneer de gehele christenheid zal worden vernietigd. Getuigen geloven dat wanneer de slechte krachten van Satan zich uiteindelijk volledig zullen richten op Gods volk, het zal zijn alsof zij Jehovah’s oogbol aanraken, en dat God dan plotseling zal ingrijpen en zal afrekenen met de vijanden van Gods volk, terwijl de broeders en zusters dit alles zullen aanschouwen wanneer Gods oordeel ten uitvoer zal worden gebracht met betrekking tot hun vijanden, waarna zij vervolgens een paradijselijke aarde zullen erven.

Dit is tenslotte wat het leiderschap van Jehovah’s Getuigen de broeders en zusters hebben doen laten geloven. Er wordt op de aankomende pagina’s aanzienlijk veel tijd besteed aan het onderzoeken van de bewijzen uit de Schrift welke leiden tot de omverwerping van deze smadelijke denkwijze.

Helaas zal de meerderheid van de Jehovah’s Getuigen zonder enige vorm van onderzoek standvastig en botweg de bewijzen die in de Bijbel gevonden kunnen worden, en voor het gemak van de lezer zijn samengevoegd in dit boek, pertinent verwerpen, simpelweg omdat het allemaal in strijd is met de gepubliceerde meningen van het leiderschap van de organisatie.

Ook dit valt weer te herleiden tot een Bijbels en historisch precedent en zou dus ook geen verrassing moeten zijn.

Het is een somber en geïsoleerd leven, om jezelf te bevinden in een positie waarbij men de noodzaak ziet om een verkondiger te worden van het komende oordeel van Jehovah over zijn eigen volk. Het leidt tot haat, wrok en het uitgesloten worden door degenen die op een bepaald moment samen met jou aanbidding verrichtten en die jou ooit een broeder noemden.

In Bijbelse tijden stonden deze mannen bekend onder de term ‘profeet’. Tegenwoordig associëren mensen deze term met prognosticators, mensen die speculeren en raden wat mogelijk zou kunnen gebeuren – waarbij zij het soms toevallig bij het juiste eind hebben.

In Bijbelse tijden was een profeet echter niet iemand die louter speculeerde over de toekomst. Een profeet was iemand die aankondigde dat er een oordeel zou komen vanuit de Allerhoogste, namelijk Jehovah zelf. Het was de profeet die het uitschreeuwde in de hoop dat het volk tot berouw zou komen en dat zij zich zouden afkeren van de verkeerde weg die zij waren ingeslagen. Een weg die rechtstreeks inging tegen de wil van Jehovah, zelfs indien de straf niet meer kon worden afgewend. Het was de opdracht van de profeet welke vereiste dat Gods volk vooraf aan de tenuitvoerlegging van het oordeel wist dat wanneer de straf in alle hevigheid losbarstte, Gods volk hun hart niet zouden verliezen, alsof hun God hen volledig had verlaten. Een profeet bekleedde een positie van grote verantwoordelijkheid om zodoende Gods volk te helpen begrijpen waarom Jehovah zijn volk kastijdde terwijl hij zichzelf tegelijkertijd ook bevond in oppositie welke inging tegen het bestuur en leiderschap van Gods volk.

Uiteindelijk was het een hele ondankbare taak om te doen.

Nergens in de Bijbel vinden we ook maar een enkel voorbeeld waaruit blijkt dat Gods volk een profeet bedankte voor de vernietigende woorden van veroordeling en godvruchtige toewijding met betrekking tot het luid en duidelijk uitspreken van de dingen die Jehovah afkeurde binnen zijn natie. In werkelijkheid heeft Gods volk een lange geschiedenis als het gaat om het doden van degenen die door God werden geroepen om hem te dienen als een aankondiger ten aanzien van een naderend oordeel.

In het licht van het bovenstaande mogen we niet zo traag van begrip zijn door te veronderstellen dat zoiets vandaag de dag zou gebeuren, vooral onder Gods eigen volk, welke mensen zijn die de Waarheid liefhebben.

We krijgen vanuit de Bijbel de verzekering dat diegenen die zich openlijk uitspreken over bedrieglijke redeneringen, misleidende conclusies en Godonterende leerstellingen, razendsnel door Gods eigen volk zullen worden verworpen gedurende het eind van de laatste dagen. Als dit immers niet het geval zou zijn geweest, zou Jehovah er ook niet op hebben toegezien dat de Bijbel vol staat met vermeldingen die in het verleden werden opgetekend die dienen als bewijs dat deze zaken ook in het verleden hebben plaatsgevonden en daarnaast als bewijs dienen dat deze zaken in de toekomst nogmaals zouden plaatsvinden… Dit geldt ook voor hetgeen wat Jehovah zal doen als vergelding tegen hen die verantwoordelijk zijn voor het doden van degenen die Hij uitzendt.

Zonder enige twijfel valt er veel te overwegen naar aanleiding van de informatie die men op de vele bladzijden van dit document kan terugvinden… een werkelijke overvloed aan Schriftuurlijk referentiemateriaal om kritisch en nauwkeurig te onderzoeken onder geestelijke leiding van het gebed. Degenen die oprechte vragen hebben naar aanleiding van de informatie uit dit boek worden van harte uitgenodigd om contact op te nemen met Robert King, aangezien dit boek slechts een beknopt topje van de ijsberg omvat. Hij heeft openhartig gereageerd op zowel beschuldigingen van mensen alsook op onderzoeksvragen, zowel in het openbaar als anoniem op internet.

Tot slot: dit is de derde en vermoedelijk ook (gezien de snelle veranderingen op het wereldtoneel) de laatste uitgave van het boek Jehovah Zelf Is Koning Geworden.

Het boek is volledig bijgewerkt, zodat de lezer ervan kan genieten op een breed scala aan elektronische platforms, evenals het wat meer traditionele formaat zoals een hardcopy in boekvorm.

Deze derde uitgave kan ook worden beschouwd als de definitieve referentie-editie, omdat deze nu ook beschikt over de nieuwe indexeringen, zowel op onderwerp als op Schriftplaatsen. Robert heeft informatieve en ondersteunende hyperlinks toegevoegd (digitale versie), zodat de lezer waar mogelijk wordt voorzien van extra verduidelijking en toelichting speciaal voor hen die behoefte hebben aan extra referentiemateriaal. Resterende typografische fouten zijn ook gecorrigeerd (originele Engelse versie). Daarnaast zijn er ook naar aanleiding van de recente ontwikkelingen met betrekking tot de opvattingen van de organisatie wijzigingen aangebracht waar nodig en is dit ook meegenomen in het materiaal.

Verder is er de hoop dat de lezer waardering kan opbrengen voor de grote liefde en zorgvuldigheid waarmee deze Derde Editie tot stand is gekomen.

Immers, in tegenstelling tot de mening van degenen die Robert Kings inspanningen bagatelliseren (tegenstanders van Jehovah’s Getuigen alsook de voorstanders van Jehovah’s Getuigen), is het doel van dit boek om mensen aan te zetten en aan te moedigen, en niet om iemands geloof naar beneden te halen of af te breken, noch om iemands geloof te vervangen, noch om volgelingen te creëren, maar om broeders en zusters voor te bereiden op het komende oordeel over Gods volk, omdat Jehovah Zelf Koning Is Geworden!

Of, zoals de apostel Paulus ons helpt te herinneren:

Want we hebben een strijd te voeren, niet tegen vlees en bloed, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldheersers van deze duisternis, tegen de slechte geestenmachten in de hemelse gewesten (Efeziërs 6:12 – Nieuwe-Wereldvertaling).

For ours is not a conflict with mere flesh and blood, but with the despotisms, the empires, the forces that control and govern this dark world – the spiritual hosts of evil arrayed against us in the heavenly warfare (Ephesians 6:12, Weymouth New Testament).

— Timothy B. Kline, 7 februari 2016