“O Jehovah, tot een oordeel hebt gij haar gesteld; en, o Rots, tot een terechtwijzing hebt gij haar gegrondvest.”

-Habakuk 1:12-

De dood is een vijand van de mensheid allen die verblijven in hades en sjeoolHet visioen van Habakuk opent met een reeks vragen die de profeet richt aan God, te beginnen met: ‘Hoe lang, o Jehovah, moet ik om hulp schreeuwen, zonder dat gij hoort? Hoe lang zal ik tot u roepen om hulp tegen geweld, zonder dat gij redt? Waarom doet gij mij het schadelijke zien, en blijft gij niets dan moeite aanzien? En waarom zijn gewelddadige plundering en geweld voor mijn ogen, en waarom ontstaat er ruzie, en waarom rijst er twist?’

Sinds Adams en Eva’s rebellie en verdrijving uit het paradijs van vrede en rust hebben allerlei problemen het zinloze bestaan van de mensheid buiten de Hof van Eden gemarkeerd, waaronder ruzie, geweld, strijd, plundering en andere vormen van ellende. En nu een groot aantal landen en despoten beschikt over wapens die de potentie hebben om dood en verderf te zaaien op onvoorstelbare schaal, wordt de kwestie van de goddelijke interventie des te urgenter.

Realistisch gezien is er een valide basis om aan te nemen dat de kans dat de mensheid zonder Gods uiteindelijke interventie niet zal overleven bijzonder groot is. Hoewel de meeste mensen liever niet nadenken over een dergelijk angstaanjagend lot voor deze wereld, luidt de boodschap van de profeten dat dit huidige goddeloze samenstel uiteindelijk keihard zal worden geconfronteerd met het ondenkbare!

Mensen zijn over het algemeen geneigd om te spotten met het idee dat God zal gaan oordelen. Maar in geval men de notie van een dag des oordeels niet ridiculiseert, dan zal de kans nog steeds groot zijn dat men in de meeste gevallen geestelijk zo is geconditioneerd dat men elke suggestie van een mogelijke samenzwering om de huidige wereldorde te ondermijnen zal verwerpen. Maar gezien het feit dat deze wereld wordt geregeerd door de slechte geest die door Jezus werd geïdentificeerd als de ‘vader van de leugen’, hoe zou er dan geen sprake kunnen zijn van een samenzwering tegen de mensheid en Gods Koninkrijk? Met Satan als de heerser van deze aarde is het geen wonder dat de moderne samenleving op subtiele wijze is geconditioneerd om iedereen die spreekt over een samenzwering ten aanzien van een nieuwe wereldorde te categoriseren als paranoïde idioten die geloven dat er binnen de regering mannetjes in zwarte pakken rondlopen die de waarheid achterhouden over vliegende schotels met aliens erin die verantwoordelijk zijn voor de creatie van graancirkels en soortgelijke onzin. Zo wordt het idee dat er een voortdurende samenzwering aan de gang is om de wereld te veranderen in een supranationale, totalitaire, God-verwerpende staat belachelijk gemaakt.

Zelfs Jehovah’s Getuigen zouden geneigd kunnen zijn om te spotten met de suggestie van een samenzwering ten aanzien van een zogenaamde nieuwe wereldorde. Het zou voor sommigen van hen aannemelijk zijn dat als het werkelijk zo belangrijk zou zijn, dat in dat geval het Besturend Lichaam zich hier ongetwijfeld bewust van zou zijn geweest.

Omdat er zoveel desinformatie afkomstig is uit alle hoeken, bemoeilijkt door een natuurlijke scepsis en zelfs een diepgewortelde onwil om zelfs ook maar te geloven dat er een sinister complot bestaat om op wereldwijde schaal genocide te plegen, zijn mensen die normaliter intelligent zijn niet in staat om de realiteit te herkennen ten aanzien van dit soort zaken in relatie tot het toekomstige oordeel van Jehovah.

In erkenning van de neiging van velen om zulke ideeën op een afwijzende manier te bespotten, geeft Jehovah zijn antwoord op de vraag van Habakuk door te zeggen: ‘Ziet onder de natiën, en kijkt toe, en staart elkaar vol verbazing aan. Staat verbaasd; want er is een activiteit die in UW dagen ten uitvoer wordt gebracht, welke gijlieden niet zult geloven, ook al wordt het verhaald.

Volgens de Engelse vertaling van de Septuaginta-vertaling (Griekse vertaling van de Tenach of de Hebreeuwse Bijbel), staat er in Habakuk 1:5: ‘Behold it you scorners, and look, and wonder marvelously, and vanish away, because I am working a work in your days, which you will by no means believe even if anyone relates it in detail.

Wat is precies het ‘werk’ waaraan God werkt waar de profeet naar verwijst? Het antwoord dat staat beschreven in een van de meest recente uitgaves van de Wachttoren ten aanzien van hetgeen Habakuk te zeggen had op die vraag luidt als volgt:

‘Zal Jehovah in onze tijd een ongelofelijk “werk” volvoeren? Wees ervan verzekerd dat hij dat beslist zal doen, ook al lijkt het voor twijfelaars ongelofelijk. Dit keer zal Jehovah’s ongelofelijke werk de vernietiging van de christenheid zijn. Net als het Juda uit de oudheid beweert ze God te aanbidden maar is ze door en door verdorven geworden. Jehovah zal erop toezien dat elk spoor van het religieuze stelsel van de christenheid binnenkort weggevaagd zal worden, alsook heel “Babylon de Grote”, het wereldrijk van valse religie’ (de Wachttoren, 1 februari 2000, paragraaf 22).

Hoewel er in de Wachttoren wordt beweerd dat het visioen van Habakuk betrekking heeft op de vernietiging van de christenheid, wat zou betekenen dat de Chaldeeër de achtste koning symboliseert, hebben zij echter niet eens een poging gewaagd om de profetie in dat licht te verklaren. Het is waar dat het werk waar Jehovah oorspronkelijk aan werkte volgens het visioen van Habakuk te maken had met het toestaan van de Babylonische legers om Juda en Jeruzalem te veroveren. Echter, werd Nebukadnezar ook door God gemachtigd om een groot deel van de wereld uit die periode te tiranniseren en te onderwerpen. Dus als de vernietiging van Juda een patroon vormt met betrekking tot het einde van het christendom, wat is dan de voorafschaduwing die wordt gekenmerkt door het feit dat de Chaldeeën eveneens alle andere natiën binnen dat gebied van de aarde hebben veroverd?

‘TOT EEN OORDEEL HEBT GIJ HAAR GESTELD’

Na de beschrijving van de woeste aard van de invallers werd Habakuk geïnspireerd om uit te leggen dat het de bedoeling was dat de Chaldeeuwse oorlogsmachine zou dienen als Jehovah’s officiële bestraffingsmiddel. Habakuk 1:12 luidt: ‘Zijt gij niet van oudsher, o Jehovah? O mijn God, mijn Heilige, gij sterft niet. O Jehovah, tot een oordeel hebt gij haar gesteld; en, o Rots, tot een terechtwijzing hebt gij haar gegrondvest.’

Dus het grondbeginsel staat vast, namelijk: hoewel Jehovah niet zelf deze beestachtige entiteiten creëert, kunnen zij echter wel zijn doel dienen door simpelweg de reeds bestaande instituties toe te staan om te dienen als de uitvoerders van zijn oordelen door hen niet te belemmeren in de uitvoering van hun kwade werken.

God communiceerde oorspronkelijk het grootste deel van de Bijbelse profetieën door middel van visioenen. En net zoals bij de visioenen uit Openbaring, Daniel, Jesaja, Ezechiël en anderen, de ultieme vervulling nog niet heeft plaatsgevonden, is het ook zo dat het visioen van Habakuk is gereserveerd voor de werkelijke tijd van het einde. Dat is de reden waarom God Zijn nachtwaker, Habakuk, heeft opgedragen om het visioen op te schrijven, om zo een document ervan te bewaren, want zoals Jehovah zegt: ‘Want het visioen is nog voor de bestemde tijd, en het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal geen leugen vertellen. Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol verwachting naar uitzien; want het zal zonder mankeren uitkomen. Het zal niet te laat komen.

Ondanks het feit dat de Schrift duidelijk weergeeft dat het visioen is bedoeld voor een toekomstige benoemde tijd – een vastgestelde tijd, waarover zelfs het Wachttorengenootschap zegt dat deze tijd nog in de toekomst ligt – zijn volgens het rudimentaire commentaar van Bethel op Habakuk de vele oorlogen en wreedheden uit de afgelopen 20ste eeuw op de een of andere manier het werk van de moderne Chaldeeën. Bijvoorbeeld, in het commentaar op Habakuk 2:5, in de uitgave van de Wachttoren van 1 februari 2000, wordt gezegd:

‘Wie is deze man die “niet verzadigd kan worden”? Vraatzuchtig, net als het Babylon in Habakuks tijd, voert ook deze samengestelde “man”, bestaande uit politieke machten – of het nu fascistische, nazistische, communistische of zelfs zogenaamd democratische machten zijn – oorlogen om zijn gebied uit te breiden. Ook vult hij Sjeool, het graf, met onschuldige zielen. Maar deze verraderlijke samengestelde “man” van Satans wereld, dronken van zijn eigen zelfverzekerde belangrijkheid, slaagt er niet in “alle natiën tot zich te vergaderen en alle volken tot zich bijeen te brengen”. Alleen Jehovah God kan de hele mensheid verenigen, en hij zal dit tot stand brengen door middel van het Messiaanse koninkrijk.’

Het artikel stelt dat de hedendaagse Chaldeeën een verzameling vormen van alle natiën en dat de wreedheden die de profetie voorspelt vermoedelijk reeds hebben plaatsgevonden. Het bovengenoemde artikel stelt ook:

‘Wat een bloedschuld treffen wij heden ten dage op aarde aan! Toch zijn met bloedschuld beladen natiën en etnische groepen alleen al in de twintigste eeuw verantwoordelijk voor de afslachting van meer dan honderd miljoen mensen. Wee degenen die een aandeel hebben aan deze bloedbaden!’

Vreemd genoeg blijkt dat, terwijl er wordt beweerd dat de vernietiging van Juda welke Habakuk in zijn visioen voorzag de uiteindelijke vernietiging van de christenheid symboliseert, het Wachttorengenootschap ook alle overige genocides en wreedheden van de 20ste eeuw toekent aan Jehovah’s beul, ook wel omschreven als zijn executioner!

Om zijn gebrek aan inzicht in de profetie van Habakuk nog verder te onderstrepen verklaart het Wachttorengenootschap tevens dat de moderne Chaldeeën ‘er niet in slagen’. Het is echter evident dat de beul/uitvoerder van Jehovah’s oordelen een mate van succes bewerkstelligt, want hij doet rauw gezegd Gods werk. Hij slaagt er alleen niet in om zijn eigen doel te bereiken, namelijk het uitroeien van Jehovah’s aanbidders op deze aarde.

Echter, als het zo zou zijn dat de interpretatie van het Genootschap juist is, dan betekent dit dat de nazi’s, Sovjets, het Rode Chinese Leger, de Rode Khmer en tal van andere tirannieke machten allemaal Jehovah’s doel dienden toen zij genadeloos de levens van vele tientallen miljoenen mensen beëindigden. En nog steeds blijven dan de volgende vragen onbeantwoord: als die goddeloze regimes dienden als Gods bestraffende middel, waarom welig tiert het onrecht, en waarom hebben wereldwijde conflicten en onderdrukking nog steeds de overhand? En waarom bestaat de christenheid dan nog steeds? Sterker nog: waarom is God dan nog steeds niet op wonderbaarlijke wijze verschenen om de dingen recht te zetten, zoals Habakuk in zijn visioen voor ogen kreeg?

Het moge duidelijk zijn dat deze goddeloze regeringen niet Gods doel hebben gediend. Het blijkt overduidelijk dat Habakuks profetie het toekomstig vastgestelde tijdstip betreft met betrekking tot de Dag des Oordeels, ondanks het feit dat Jehovah tegen Habakuk zei: ‘Want het visioen is nog voor de bestemde tijd.’

Zoals ook het geval is in tal van andere profetieën, blijkt duidelijk dat Jehovah de ware betekenis van Habakuk ook verborgen heeft gehouden tot het moment zou aanbreken dat het visioen tot leven komt. Alsof een slapende leviathan plotseling ontwaakt om te jagen op een nietsvermoedende wereld, is dat de manier waarop het visioen wordt gepresenteerd. Daarom smeekt de profeet Jehovah in Habakuk 3:1 met de woorden: ‘O Jehovah, ik heb het bericht over u gehoord. Ik ben bevreesd geworden, o Jehovah, voor uw activiteit. O breng ze in het midden der jaren tot leven! Moogt gij ze in het midden der jaren bekendmaken. Moogt gij er tijdens de beroering aan denken barmhartigheid te betonen.’

Op dit late tijdstip, waarbij de wereld zich begeeft in een niet te stoppen dodenmars op weg naar een uiteindelijke totale oorlog met het onvermijdelijke gebruik van massavernietigingswapens, lijkt het een bijzonder goed moment om te overwegen wat het visioen van Habakuk werkelijk voorspelt ten aanzien van de toekomst.

Habakuk laat ons kennismaken met de Chaldeeën door hen te beschrijven als een bittere, onstuimige en angst inboezemende natie. Het achtste vers luidt: ‘En haar paarden zijn sneller dan luipaarden gebleken, en ze zijn feller dan avondwolven gebleken. En haar rijpaarden hebben de grond omgewoeld, en van verre komen haar eigen rijpaarden. Ze vliegen als de arend die toeschiet om te verslinden.’

In de voorbije eeuwen uit de geschiedenis was het onbevreesde oorlogspaard het ultieme middel uit de reeks van toenmalige militaire strijdkrachten. Een chargerende eenheid van cavalerie met door paarden getrokken strijdwagens veroverde in korte tijd grote stukken grond binnen het slagveld en overweldigde zonder enige moeite de soldaten die louter te voet waren. Dit vormt de aanleiding voor de volgende vraag: indien het primitieve Babylonische leger op een bepaald moment in de geschiedenis werd omschreven als een geduchte veroveraar der natiën, hoeveel meer vrees zullen dan de moderne gemechaniseerde strijdkrachten inboezemen? Moderne legers beschikken over de meest ontzagwekkende en verschrikkelijke strijdkrachten die de mensheid ooit heeft mogen aanschouwen.

En hoewel Rusland en China beschikken over enorme legers en geduchte wapens, is de Anglo-Amerikaanse oorlogsmachine nog wel de meest gevreesde. Dankzij het bezit van honderden militaire bases over de hele wereld en de gigantische vliegdekschepen in de zeeën is geen land meer verder verwijderd dan een paar minuten buiten het bereik van supersonische gevechtsvliegtuigen die in één klap uit de hemel kunnen afdalen om door middel van de lancering van geleide precisie-laserraketten met dodelijke nauwkeurigheid hun doelen te bestoken. Met de grond verbonden satellieten die in een baan om de aarde zweven, bieden de soldaat op de grond zelfs de mogelijkheid om de vanaf zee of in de lucht gelanceerde kruisraketten en enorme bunker-verpulverende bommen te begeleiden om zodoende hun doelen met een precisie van enkele centimeters overal ter wereld te kunnen raken. En dat zijn slechts conventionele wapens met conventionele technologie. De Verenigde Staten beschikken ook over meer dan een dozijn onderzeeërs welke nucleair bewapend zijn en die zich dag en nacht verplaatsen over de oceanen van deze wereld. Slechts één van deze schepen is voldoende om binnen enkele minuten een gehele natie te kunnen vernietigen door middel van een druk op de knop. Naast vele duizenden kernwapens zijn er naar verluidt ook verschillende geheime wapens die ofwel in ontwikkeling zijn, ofwel die gewoonweg nog niet zijn gebruikt in de strijd.

Het staat onomstotelijk vast dat als het Chaldeeuwse leger werd beschouwd als angst inboezemend, dit des te meer geldt voor de moderne militaire krijgsmacht van de Anglo-Amerikaanse supermacht.

‘DEZE KRACHT VAN HAAR IS AAN HAAR GOD’

Het is Satan de Duivel meer dan gelegen om dingen te houden zoals ze zijn, zolang hij maar aan de macht is. Gedurende de laatste circa 6000 jaar heeft de opperdemon de wereld op talloze manieren misleid. Maar de tijd dat de duivel als een god over de mensheid heeft mogen regeren is hem slechts tijdelijk toegestaan bij gratie van de Allerhoogste. Jehovah heeft reeds de basis gelegd voor Christus Jezus en zijn 144.000 uitverkorenen, om zo de Duivel en zijn goddeloze engelen te vervangen.

Er mag echter op geen enkele wijze worden verondersteld dat de demonische goden op een rustige en vredige manier in de afgrond gestort zullen worden zodra hun tijd is verstreken.

Omdat de Hebreeuwse naam van Satan letterlijk betekent ‘tegenstander’, zullen Satan en zijn demonen zich ongetwijfeld fel verzetten tegen Christus zodra hij zijn koninkrijk binnenkomt.

Het 12de hoofdstuk van Openbaring vertelt dat Satan en zijn engelen een verhitte strijd in de hemel zullen gaan voeren wanneer het koninkrijk van de wereld wordt overgedragen aan Christus. Het resultaat van die onzichtbare oorlog in de spirituele dimensie is dat Satan en zijn legioenen met geweld uit hun hemelse woonplaats zullen worden geworpen. Het slechte nieuws ten aanzien van deze gebeurtenis is echter dat ze zullen worden gedwongen om een laatste wanhoopspoging te leveren om het glorieuze Koninkrijk van Christus op aarde tegen te houden! Het is onnodig om te vermelden dat deze gebeurtenis niet veel goeds zal brengen voor de fysieke wereld waarin wij wonen. De verdrijving van de grote draak uit de hemel zal ingrijpende wereldomvattende gevolgen hebben op deze aarde, die iedere ramp die de mensheid ooit is overkomen op alle fronten zal overtreffen.

Net als wanneer een in het nauw gedreven krankzinnige crimineel zijn gijzelaars onder schot neemt in een wanhoopspoging om zijn onvermijdelijke gevangenneming te voorkomen, en in alle macht probeert om nog zo veel mogelijk schade te berokkenen, zo zullen ook op dezelfde manier de goden van dit samenstel worden geconfronteerd met hun eigen opsluiting. Het zal zijn alsof zij de wereld als hun gijzelaar zullen nemen en alsof zij de gehele wereld zullen gijzelen met de ondergang tot gevolg indien Christus een poging mocht wagen om ze uit te schakelen. Tijdens dit kritieke laatste uur, dat overeenkomt met Satans ‘korte tijd’, zal het visioen van Habakuk volledig in vervulling worden gebracht als zijnde de moderne Chaldeeër die zijn wereldveroverende campagne zal lanceren.

Habakuk 1:9-11 beschrijft dit door demonen gedreven rijk met de volgende woorden: ‘In haar geheel komt ze enkel voor geweld. Het bijeenbrengen van hun aangezichten is als de oostenwind, en ze vergadert gevangenen net als het zand. En van haar kant beschimpt ze zelfs koningen, en hoogwaardigheidsbekleders zijn haar iets lachwekkends. Van haar kant lacht ze zelfs om elke versterkte plaats, en ze hoopt stof op en neemt haar in.’

De bron van de grote stormvloed van Jehovah welke is voorbestemd om zich over de wereld te storten, wordt hier geopenbaard als de door demonen bezeten koning van Babylon, wiens krachten worden vergeleken met een doortrekkende wind. Echter, hoewel de Chaldeeën worden beschreven als een woeste en formidabele militaire macht, zijn er ook andere, meer subtiele manieren om tot wereldheerschappij te komen.

‘TENEINDE WOONSTEDEN IN BEZIT TE NEMEN DIE HAAR NIET TOEBEHOREN’

Imperiums en koninkrijken hebben altijd hun voorspoed te danken gehad aan het plunderen van andere natiën en volkeren. Volgens Habakuk zal het laatste rijk voorbestemd zijn om de gehele wereld te plunderen en tot slaaf te maken! Of zoals het zesde vers zegt: ‘die naar de wijd open plaatsen der aarde gaat teneinde woonsteden in bezit te nemen die haar niet toebehoren.’ Dat is geen geringe prestatie. Hoe zou een dergelijke calamiteit kunnen ontstaan? In de moderne tijd hebben diverse communistische regeringen eenvoudigweg de rechten van hun burgers ingetrokken en beslag gelegd op vrijwel alle privé-eigendommen. Echter beschikt het kapitalisme over dezelfde capaciteit om te kunnen onteigenen, ook al is dit in een minder opvallende vorm. Dit kan worden gerealiseerd door middel van het bevorderen van een overmatige schuldenlast, want zoals de Bijbel terecht opmerkt: ‘En wie leent, is een knecht van de man die uitleent.’ Overheden kunnen hun onderdanen ook tot slaaf maken en hen in armoede storten door systematisch de hoogte van belastingen op te voeren, of door een plotselinge devaluatie van de valuta teweeg te brengen, of door een hyperinflatie te veroorzaken door het beïnvloeden van de hoeveelheid geld dat in omloop is, waardoor de waarde ervan keldert.

In het licht van de huidige precaire economische en financiële wereldsituatie, en terwijl individuen, bedrijven en natiën steeds dieper wegzinken in een moeras van schulden die onmogelijk nog zijn af te lossen, is er nu ook de spookdreiging van een debt-default of hyperinflatie die leidt tot een plotseling catastrofaal meltdown-scenario dat de potentie heeft om simpelweg het gehele onder schuld gebukte economische samenstel te doen desintegreren. Vanwege de onderlinge verbondenheid van het mondiale financiële systeem kan de ineenstorting van een enkele grote financiële institutie of natie een gevreesde kettingreactie op gang brengen, het zogenoemde dominoscenario, welke ervoor kan zorgen dat het gehele kaartenhuis instort.

Zonder enige twijfel kan worden gesteld dat een systematische crash van het door computers bestuurde wereldwijde financiële systeem ervoor zal zorgen dat de hele wereldhandel volledig stil komt te liggen. Zoals in het verleden is aangetoond, kunnen de aandelenmarkten op adembenemende en plotselinge wijze volledig crashen. Valuta’s kunnen worden gedevalueerd. Megacorporaties die tienduizenden mensen in dienst hebben kunnen plotsklaps failliet gaan. Banken die een rotsvaste positie leken te bekleden blijken een illusie te zijn. Het geld zelf is door de profeten voorbestemd om te dienen als papieren confetti die over de straten zal worden gestrooid. Hoe snel zou de beschaving kunnen veranderen als blijkt dat gewone alledaagse financiële transacties onmogelijk zijn geworden?

Habakuk 2:6 gaat echter verder met het beschrijven van het werk van Jehovah’s straffende middel en de vloek die hij zal brengen over hen die verantwoordelijk zijn geweest voor het tot stand laten komen van dat duivelse ontwerp, waarbij hij over hen zegt: ‘Wee hem die vermenigvuldigt wat niet van hem is — o hoe lang! — en die een zware schuld op zich laadt! Zullen niet plotseling opstaan degenen die rente van u eisen, en ontwaken degenen die u gewelddadig schudden, en zult gij hun niet stellig worden tot iets om te plunderen? Omdat gijzelf vele natiën gewelddadig hebt geplunderd…

Het commentaar van de Wachttoren met betrekking tot de bovenstaande verzen luidt:

‘De nadruk ligt hier op het onrechtvaardig gewin. In de wereld om ons heen worden de rijken steeds rijker en de armen steeds armer. Drugsdealers en oplichters vergaren grote fortuinen, terwijl velen die behoren tot het gewone volk verhongeren. Er wordt gezegd dat een vierde deel van de wereldbevolking leeft onder de armoedegrens. De levensomstandigheden in vele landen zijn verschrikkelijk.’

In tegenstelling tot de flauwe interpretatie van Habakuk door het Wachttorengenootschap slaat het ‘onrechtvaardige gewin’ niet op kleine drugsdealers en oplichters – tenzij hiermee natuurlijk ook wordt verwezen naar de City of London en de bankiers van Wall Street.

De Chaldeeuwse koning is degene die zichzelf verrijkt door beslag te leggen op huizen en door middel van het plunderen van hele naties. De profetie beschrijft de onteigening onder alle natiën als onderdeel van het oordeelswerk dat Jehovah heeft toegewezen aan de Chaldeeër. In werkelijkheid heeft het visioen betrekking op de vastgestelde tijd waarop de totale ineenstorting van het huidige samenstel zal plaatsvinden, vergezeld met het tot stand komen van een totalitaire, wereldwijde superstaat. Blijkbaar zullen particuliere eigendommen worden genationaliseerd, of in dit geval geïnternationaliseerd.

Door middel van Habakuk voorspelt Jehovah dat wanneer de vastgestelde tijd is aangebroken waarop het visioen tot leven komt, het Neo-Chaldeeuwse Rijk ‘alle natiën tot zich blijft vergaderen en alle volken tot zich bijeen zal brengen’.

Het bijeenbrengen en het verzamelen van alle volkeren en natiën moet niet worden verward met een soort van vreedzame eenwording. Ze worden gevangen en verzameld in zijn vissersnet als zijnde gevangen prooi. De onteigening der natiën zal hen afhankelijk maken van de vrijgevigheid van de genadeloze laatste koning. De Chaldeeër is voorbestemd om alle natiën in het verderf te storten. Daarom wordt er in Jeremia 51:25 naar Babylon verwezen als ‘gij verderver van de gehele aarde’.

Dat is de dag waarop de mensheid in die omstandigheden door pure wanhoop zal worden gedwongen om stelling te nemen ten aanzien van wie zij werkelijk aanbidden.

Gods vonnis gericht tegen de Chaldeeër veroordeelt hem voor het dwingen van de mensheid tot het vereren van een louter beeld, dat als volgt luidt: ‘Wee degene die zijn metgezellen iets te drinken geeft, waar uw woede en toorn bijgemengd wordt, om hen dronken te maken, met de bedoeling hun schaamdelen te zien. Gij zult stellig verzadigd worden met oneer in plaats van met heerlijkheid. Drink ook zelf, en word als onbesneden beschouwd. De beker van de rechterhand van Jehovah zal bij het rondgaan aan u worden toegereikt, en er zal schande komen over uw heerlijkheid’(Habakuk 2:15-16). Op eenzelfde wijze veroordeelt Paulus ook de christenen die zichzelf toegeeflijk een god verschaffen door middel van hun vraatzucht. Ook waarschuwde Jezus zijn volgelingen om heel voorzichtig te zijn en niet gebukt te gaan onder overmatig eten en drinken, zodat de dag van Jehovah niet een valstrik voor hen zal blijken.

Habakuk geeft aan dat geestelijke verwaarlozing en overmatig genot kunnen leiden tot verstrikking vanwege het ontbreken van voldoende geestelijke wilskracht om zodoende het drinken uit de beker van woede en toorn te kunnen weerstaan die de woedende koning onder de mensheid rond zal laten gaan. In een periode van schaarste en voedseltekorten zullen velen zich schuldig maken als louter afgodendienaars in een vergeefse poging om hun ziel in leven te kunnen houden.

Sommigen zijn van mening dat het beoefenen van afgoderij een praktijk is die exclusief toebehoort aan de onwetende volkeren uit het verre verleden. Ze veronderstellen dat de ruwe vorm van beeldenverering enkel door primitieve heidenen wordt uitgeoefend wanneer zij buigen voor groteske beelden die het resultaat zijn van hun eigen vindingrijkheid. Echter heeft Jehovah een totaal andere perceptie op deze kwestie. Vanuit zijn standpunt beoefenen de natiën uit onze moderne wereld een vorm van afgoderij die net zo barbaars en walgelijk is als de religie van de oude Chaldeeën was. Net zoals dat een letterlijk gesneden beeld een beschimping vormt van Gods glorie, zo behoort een eerbetoon aan een politiek beeld dat verondersteld wordt om als vervanging te dienen voor het Koninkrijk van God eveneens tot een vorm van godslastering en afgoderij.

In Jehovah’s optiek vindt Hij het ijdel en arrogant van de zondige mens wanneer zij pochen dat hun wijsheid en kracht de wereld zullen verlossen van haar complexe problemen. De profetie van Habakuk plaatst deze gedachte in harmonie met de andere profeten, zeggende: ‘Wat voor baat heeft een gesneden beeld gehad, wanneer zijn formeerder het gesneden heeft, een gegoten beeld, en een onderwijzer van leugen?, wanneer de formeerder van zijn vorm er zozeer op heeft vertrouwd dat hij goden maakte die niets waard zijn en die stom zijn? Wee degene die tot het stuk hout zegt: “O ontwaak toch!”, tot een stomme steen: “O word wakker! Díé zal onderricht geven”! Zie! Hij is in goud en zilver gevat, en er is volstrekt geen adem in zijn binnenste.

‘Een onderwijzer van leugen’ is een passende beschrijving van de propagandamachine achter het concept van een wereldregering. Zij die voldoende zijn geïnformeerd met betrekking tot zulke zaken zijn zich ervan bewust dat de Verenigde Naties de Messiaanse profetie uit de Bijbel, welke voorspelt dat de mensheid hun zwaarden zullen omsmeden tot ploegscharen zodra Jehovah de zaken recht zal zetten, schaamteloos hebben gekopieerd door te verkondigen dat hun werken zullen leiden tot wereldvrede. Maar zoals we aan het eind van het hierboven aangehaalde vers van Habakuk kunnen lezen, kan men zich afvragen welk voordeel er mogelijkerwijs valt te behalen voor diegenen die een gegoten beeld zouden maken, al was het maar ten aanzien van de gesymboliseerde vrede waar Jesaja naar verwees, wat neerkomt op het verafgoden van het ideaal, terwijl zij zich bevinden in een machteloze positie van waaruit zij dat ideaal op geen enkele wijze zouden kunnen realiseren.

Geen wonder dat Habakuk in hoofdstuk 2:4-5 aantoont dat de onbeschaamde Chaldeeër zichzelf opblaast met zelfvertrouwen en over hem zei: ‘Zie! Zijn ziel is opgeblazen; ze is niet oprecht geweest in hem. Maar wat de rechtvaardige betreft, door zijn getrouwheid zal hij blijven leven. En inderdaad, omdat de wijn verraderlijk werkt, is een fysiek sterke man aanmatigend; en hij zal zijn doel niet bereiken, hij die zijn ziel ruim heeft gemaakt net als Sjeo̱o̱l, en die gelijk de dood is en niet verzadigd kan worden.

Op welke wijze zal de laatste koning zijn (honger) ziel zo ruim maken dat deze zo onverzadigbaar is als de dood?

De moderne beschaving met al haar vele wetenschappelijke vooruitgang en sofisterij is slechts een onderdeel van een eeuwenoud goddeloos samenstel van dingen, en als zodanig is zij onderhevig aan precies dezelfde problemen die de menselijke beschaving al eeuwenlang hebben getroffen. De reden hiervoor is dat de afvallige menselijke natuur gedurende al die lange tijd niet is verbeterd. De mens is nog net zo gevoelig voor daden van immoraliteit, hebzucht en barbarisme als dat hij in de oudheid was.

Omdat de wereld Jehovah’s wijze raad heeft verworpen en daarmee de winden der verwoesting heeft gezaaid, zal dit volgens de wet van de wisselwerking leiden tot de uiteindelijke oogst van deze vernietigende wervelwind. Zo onaangenaam en verontrustend als het zal zijn om dit te aanschouwen, zo geldt hetzelfde voor het feit dat de mens een lange geschiedenis heeft waarin zij elkaar uitmoorden en waarbij zij nog steeds niet minder geneigd zijn om hiermee door te gaan. Het is onbetwistbaar om te stellen dat de rijken en hun religieuze consorten de grootste bloedvergieters vormen op deze planeet. De Assyrische en Babylonische koninkrijken met hun indrukwekkende priesters waren berucht om hun meedogenloosheid en wreedheid. Dit gold tevens voor het Romeinse Rijk en de christenheid. Het Britse Rijk is eveneens schuldig aan het plegen van tal van genocides gedurende de periode dat het over zijn vele koloniën heerste. Het is ontnuchterend om in gedachten te houden dat het visioen van Habakuk voorspelt dat het ergste nog moet komen.

‘NATIËN DODEN TERWIJL HIJ GEEN MEDEDOGEN TOONT’

Nadat Jehovah had gereageerd op de eerste vraag van Habakuk door middel van het introduceren van de Chaldeeuwse beul aan de profeet, schrok Habakuk over hetgeen hij daarna in zijn visioen voor ogen kreeg met betrekking tot de angstwekkende Chaldeeër. Dat is de reden waarom de profeet zich opnieuw tot God richtte, smekend tot Jehovah om een antwoord op de vraag waarom hij een verraderlijke tiran verkiest om iemand in te zwelgen die rechtvaardiger is dan hij. In Habakuk 1:14 vervolgt de profeet zijn vraag door te stellen: ‘En waarom maakt gij de aardse mens als de vissen der zee, als kruipend gedierte, waarover niemand heerst?

Het antwoord hierop is dat sinds het moment dat Adam tegen Jehovah in opstand kwam, met het gevolg dat de mensheid in een situatie terechtkwam waarbij zij werd verstoken van direct toezicht van onze hemelse Koning, God besloten heeft om de mensheid niet te beschermen tegen de gevolgen van het onvermijdelijke en gruwelijke eindresultaat van haar rebellie. In het dierenrijk worden de sterkste of de meest sluwe dieren beschouwd als meest succesvol. Volgens de aardse, dierlijke filosofische onderbouwing vanuit de beschaving is de mens niets meer dan een zeer intelligent zelfontwikkeld dier. Een dergelijk gebrek aan spiritualiteit heeft ertoe geleid dat de mensen, die oorspronkelijk werden geschapen naar het evenbeeld van God, elkaar beschouwen en met elkaar omgaan op een manier die men zou mogen verwachten van beesten. Het ultieme resultaat van al dit kwaad is dat hele natiën zijn voorbestemd om te worden verstrikt door de Chaldeeërs, als louter vissen in een vangnet. Het 15de vers luidt: ‘Al deze heeft hij met louter een vishaak opgehaald; hij sleept ze mee in zijn sleepnet, en hij vergadert ze in zijn visnet. Daarom verheugt hij zich en is blij.’

De dierlijke mentaliteit van de Anglo-Europese imperialist ten aanzien van andere etnische groepen en lagere sociale klassen classificeert hen als wezens die niet behoren tot hun menselijke soortgenoten, waarbij zij als louter vee en vissen mogen worden behandeld en waarbij zij voortgedreven mogen worden op een wijze die de heersende oligarchie goeddunkt.

Niemand zou er nog aan mogen twijfelen dat er vandaag de dag machtige mannen zijn die voornemens zijn om alle middelen tot hun beschikking in te zetten om een nazi-achtige wereldwijde Endlösung te bewerkstelligen met betrekking tot de werkelijke of vermeende problemen zoals de opwarming van de aarde, de overbevolking en de dreigende tekorten aan natuurlijke grondstoffen.

Genocide is een onderdeel van het fundamentele beleid van het Britse Rijk dat dankzij Anglo-invloeden er ook in heeft geresulteerd dat het malthusianisme door de Amerikanen als beleid werd geadopteerd. Het op grote schaal reduceren van de bevolking is ook ingebed in het beleid van de Verenigde Naties. Denk hierbij aan de bijbehorende gevolgen – de machtigste alliantie die de wereld ooit heeft gekend, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, hanteert als officieel beleid om op grootschalig niveau de miljardenbevolking op aarde te verminderen! Dat wil overigens niet zeggen dat de volkeren die in Groot-Brittannië of in Amerika leven niet eveneens in het ‘sleepnet’ zullen worden gevangen.

Blijkbaar zullen zij ‘slagen’ in de volle uitvoering van hun plan om de omvang van de menselijke bevolking met een aanzienlijk percentage te verminderen, wat de reden is geweest waardoor Habakuk werd geïnspireerd om het volgende op te tekenen: ‘Wee degene die vuil gewin maakt voor zijn huis, teneinde zijn nest in de hoogte te stellen, om zo bevrijd te zijn uit de greep van dat wat rampspoedig is! Gij hebt iets schandelijks voor uw huis beraadslaagd, de afsnijding van vele volken; en uw ziel zondigt.

Middels de profeten heeft Jehovah zijn voornemen kenbaar gemaakt dat Hij zal toestaan dat een roofdierachtige superstaat een genocidale holocaust zal loslaten op een dergelijke schaal die deze reeds met bloed doordrenkte planeet nog nooit heeft aanschouwd. Habakuk vervolgt: ‘Daarom brengt hij slachtoffers aan zijn sleepnet en brengt hij offerrook voor zijn visnet; want daardoor is zijn deel goed geolied, en zijn voedsel is gezond. Zal hij daarom zijn sleepnet leegmaken, en moet hij voortdurend natiën doden, terwijl hij geen mededogen toont?

Op een wijze die een roofdier betaamt, is de laatste koning volgens de profetie voorbestemd om zich ten behoeve van zijn eigen plezier te goed te doen aan de mensheid. Op deze wijze heeft hij ‘zijn ziel ruim gemaakt net als Sjeo̱o̱l’ of, zoals in de Engelstalige versie van de Schrift wordt beschreven, ‘his appetite as large as the Grave’.

Het 14de hoofdstuk van Jesaja toont een parallel met Habakuk, waarin de koning van Babylon wordt afgebeeld als de moordenaar der natiën. Jesaja 14:6 verwijst naar ‘degene die volken sloeg in verbolgenheid met een slaan zonder ophouden, degene die in louter toorn natiën onderwierp met een vervolging zonder beteugeling’.

De verzen 18-20 beschrijven de roemloze dood van de laatste genocidale tiran op aarde in gruwelijke termen door te zeggen: ‘Alle andere koningen der natiën, ja, zij allen, hebben zich in heerlijkheid neergelegd, ieder in zijn eigen huis. Maar wat u betreft, gij zijt weggeworpen zonder een grafstede voor u, als een verfoeide spruit, bekleed met gedoden die met het zwaard zijn doorboord, die neerdalen tot de stenen van een kuil, als een vertreden kadaver. Gij zult niet met hen verenigd worden in een graf, omdat gij uw eigen land in het verderf hebt gestort, uw eigen volk hebt gedood. Tot onbepaalde tijd zal het nageslacht der boosdoeners niet worden genoemd.

De Chaldeeër is veroordeeld voor het doden van zijn eigen volk, waarbij de Schrift echter niet zegt dat koning Nebukadnezar genocide pleegde tegen het volk van Babylon zelf. In dat opzicht lijkt de profetie een voorbode te zijn voor iets anders.

Wat dan precies?

In de eventualiteit dat de VN een collectivistische wereldregering zullen gaan vormen zullen alle volkeren en natiën eraan onderworpen worden. Zodra de VN er werkelijk toe over zullen gaan om een grootschalige reducering van de bevolking te realiseren, zoals zij reeds zijn vastbesloten om te doen (VN stuurt aan op haar agenda tot het controleren van de bevolkingsomvang), zouden zij inderdaad schuldig worden bevonden aan het doden van hun eigen volk, net zoals de profetieën van Jesaja en Habakuk hebben voorspeld. De term hiervoor is ‘democide – gedood worden door de eigen regering’.

Gezien vanuit onze eigen 21ste-eeuwse optiek is het alsof alle voorgaande koninkrijken uit het verleden ter aarde zijn besteld in gedecoreerde herinneringsgraven. Het British Museum in Londen herbergt bijvoorbeeld vele artefacten en schatten uit het oude Assyrië, Egypte, Babylon, Perzië, Griekenland en Rome.

Het is alsof de Anglo-koning de bewaarder is van de overgebleven schatten van zijn vereerde imperiale voorgangers. Echter zal de laatste koning in tegenstelling tot zijn voorgangers niet zo’n dergelijke glorieuze erfenis achterlaten. Het zal zijn alsof hij zal wegrotten als een karkas van een beest in het veld wegens het uitvoeren van een verschrikkelijk en afschuwelijk plan.

‘OM UW GEZALFDE TE REDDEN’

Uiteindelijk zal de Chaldeeuwse (achtste koning), zoals Habakuk 1:11 voorzegt, schuldig bevonden worden, als direct gevolg van een rechtstreekse aanval op Gods volk. In het derde hoofdstuk van zijn profetie beschrijft Habakuk Jehovah’s reactie op deze aanval, waarbij hij zei: ‘En gij zijt uitgetrokken tot de redding van uw volk, om uw gezalfde te redden. Gij hebt het hoofd uit het huis van de goddeloze verpletterd. Het fundament werd blootgelegd, ja, tot de hals toe. Sela. Met zijn eigen staven hebt gij het hoofd van zijn krijgslieden doorboord toen zij aanstormden om mij te verstrooien. Hun uitgelaten gejubel was als van hen die eropuit zijn een ellendige in een schuilplaats te verslinden.’

Jehovah die erop uit zal trekken om zijn gezalfde te redden betekent echter niet dat de gezalfden zullen worden gespaard met betrekking tot het ondergaan van de dood in de handen van de Chaldeeër. Zij zullen worden gered op dezelfde wijze als waarop Jehovah zijn oorspronkelijke gezalfde heeft gered, namelijk Jezus – niet door hem het lijden tot de dood te besparen, maar door hem op te wekken uit de kuil der vernietiging.

Zodra de gezalfde koningen van Gods koninkrijk definitief zijn verzegeld door middel van Jehovah’s onomkeerbare goedkeuring, zal er niets meer in de weg staan om hun onvoorwaardelijke loyaliteit aan God te kunnen verbreken, zelfs geen antichrist, Duivel, of imperiale tiran. Hun redding is verzekerd. Zij zullen vanaf dat moment tot in de eeuwigheid onsterfelijk en onvergankelijk zijn. Hun martelaarschap zal er enkel toe dienen dat zij in een oogwenk zullen transformeren in glorierijke, onoverwinnelijke, hemelse koningen. Vanaf hun hemelse woonplaats zullen Christus en zijn verzamelde 144.000 de totale vernietiging ontketenen over de moordenaar der natiën en zijn vermeende machtsovernemer van Gods koninkrijk in de strijd van Armageddon. Omdat Christus en zijn metgezellen als heersers over de gehele aarde over het wettelijke recht beschikken om hun belangen te beschermen en hun gezag te doen gelden, is het volkomen terecht dat de Chaldeeër verantwoording dient af te leggen ten aanzien van zijn begane wreedheden tegen de natiën en de stad van God.

Habakuk 2:7-8 voorzegt hoe de erfgenamen van het koninkrijk de plunderaar zullen plunderen en hun moordenaar zullen vermoorden door te zeggen: ‘Zullen niet plotseling opstaan degenen die rente van u eisen, en ontwaken degenen die u gewelddadig schudden, en zult gij hun niet stellig worden tot iets om te plunderen? Omdat gijzelf vele natiën gewelddadig hebt geplunderd, zullen alle overgeblevenen van de volken u gewelddadig plunderen, wegens het vergieten van mensenbloed en het geweld tegen de aarde, de stad en allen die erin wonen.

De regel ‘alle overgeblevenen van de volken’ vertegenwoordigt Jehovah’s volk dat uiteindelijk de aarde zal beërven nadat de laatste koning zal worden overwonnen, en op die wijze zullen zij de Chaldeeër plunderen.

Habakuk sluit zijn profetie af met een beschrijving van de fysieke en emotionele tol die de profetie op hem persoonlijk had: ‘Ik hoorde het, en mijn buik kwam in beroering; bij het geluid trilden mijn lippen; verrotting drong voorts in mijn beenderen; en in mijn toestand was ik in beroering, dat ik rustig de dag der benauwdheid moest afwachten, wanneer hij optrekt tegen het volk, om een overval op hen te plegen.

Jezus vertelde eens aan zijn apostelen dat hij hun veel dingen zou willen vertellen, maar dat zij niet in staat zouden zijn om de last ervan op dat moment te dragen. Zonder twijfel mag worden aangenomen dat de toekomstige openbaring van Christus zal betekenen dat hij alle dingen die zijn volgelingen hebben moeten ondergaan volledig zal onthullen, met inbegrip van het volledige begrip ten aanzien van Habakuk en de andere profeten. Interessant feit is tevens dat een aantal verschillende vertalingen van het eerste vers van de profetie van Habakuk dit omschrijft als: ‘De last die Habakuk gezien heeft.’ In de Engelse King James Bijbel wordt dit bijvoorbeeld omschreven als: ‘The burden which Habakkuk the prophet did see.’

Maar ondanks het feit dat de profeet werd bedroefd door het verschrikkelijke visioen met betrekking tot de toekomst van de wereld, gaf het aanhoudende geloof van Habakuk in Jehovah hem de kracht om vooruit te kijken naar de vervulling van het visioen, wetende dat dit uiteindelijk zou leiden tot de uiteindelijke redding van Gods volk. Vandaar dat de laatste woorden met betrekking tot ‘de last die Habakuk’ in zijn visioen voor ogen kreeg afsluiten met een positieve noot: ‘Toch wil ik, wat mij betreft, mij uitbundig in Jehovah verheugen; ik wil blij zijn in de God van mijn redding. Jehovah, de Soevereine Heer, is mijn vitale kracht; en hij zal mijn voeten maken als die van de hinden, en op mijn hoge plaatsen zal hij mij doen treden.’