“En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste koning, maar spruit voort uit de zeven, en het gaat de vernietiging tegemoet.”
-Openbaring 17:11-
Na het uit elkaar vallen van de Sovjet-Unie zag een kleine kliek van de zogenoemde neoconservatieven (neocons) haar kans schoon om de economische en militaire macht van de Verenigde Staten te gebruiken om een nieuwe wereldorde op te zetten – een Anglo-gedomineerde wereldoverheid. De VS en hun NAVO-bondgenoten hebben de door Saoedi-Arabië gestuurde operatie op 9-11 aangegrepen als een voorwendsel voor de oorlog, waarbij de weg werd vrijgemaakt om de regimes in het Midden-Oosten te herschikken, zodat Rusland en China op militair en geografisch gebied steeds verder omsingeld konden worden.
Nog een extra stap in diezelfde richting was de orkestratie van een neonazicoup in de Oekraïne, met de intentie om de grenzen van de NAVO dichter bij de Russische grens te brengen. Echter, in september 2015 kondigde Vladimir Poetin tijdens de Jaarlijkse Algemene Vergadering van de VN aan dat de huidige modus operandi niet langer valt te tolereren. Een aantal dagen later begonnen Russische gevechtsvliegtuigen met het bombarderen van stellingen van ISIS in Syrië. Door dit te doen heeft Rusland op ondubbelzinnige wijze aangetoond dat het zich niet wil onderwerpen aan Amerika’s poging om één wereldheerschappij te bewerkstelligen. Deze ontwikkeling heeft twee blokken van nucleair bewapende naties recht tegenover elkaar gezet in een direct conflict.
Hoewel er concreet nog geen direct militair treffen is geweest, wijzen de voortekenen die aan oorlogvoering voorafgaan dat het proces al in werking is getreden, namelijk een propagandaoorlog, een cyberoorlog en een financiële en monetaire oorlog.
Nu we worden geconfronteerd met deze grimmige realiteit is het nu actueler dan ooit om aandacht te schenken aan het 13de en 17de hoofdstuk van Openbaring, die het plotselinge en onverwachte einde beschrijven van de huidige politieke machten. In het bijzonder benadrukt Openbaring 13:3 dit, waarin staat: ‘En een van zijn koppen, zo zag ik, leek ten dode toe geslacht, maar het werd van zijn dodelijke slag genezen, en de gehele aarde volgde het wilde beest met bewondering.’
Het Wachttorengenootschap heeft de zevende kop van het wilde beest geïdentificeerd als de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht. Dit lijkt te kloppen, en zeker in het licht van wat de engel in Openbaring 17:10 tegen Johannes zei. Er staat geschreven: ‘En er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen is, moet hij een korte tijd blijven.’
De vijf koningen die reeds waren gevallen voordat Openbaring werd opgetekend zijn de koningen die in de Bijbel worden beschreven als de koningen die Gods volk in het verleden hebben gedomineerd, te weten: Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, en Griekenland – in die volgorde. Degene die ‘is’ was de Romeinse koning die regeerde in dezelfde periode als toen Johannes de Openbaringen ontving. De Romeinse koning domineerde door middel van de Rooms-katholieke kerk, die bleef regeren tot ver na de periode die historici markeren als de val van het formele Romeinse Rijk. Uiteindelijk ontstond Engeland geleidelijk uit een voormalige Romeinse buitenpost, waarna het de positie van de Romeinse koning innam. En met de opkomst van het Britse Rijk in de late jaren 1700 heeft Londen die positie vastgehouden tot aan het begin van de 20ste eeuw. De koning die ‘nog niet was gekomen’ (gezien vanuit het perspectief van Johannes) heeft zich kenbaar gemaakt als de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht.
Naar aanleiding van het voorgaande moeten we ons afvragen of de profetie waarin wordt beschreven dat een van de koppen van het wilde beest een dodelijke slag zal ontvangen en daar vervolgens van zal genezen reeds is vervuld.
In het boek Openbaring: haar grootste climax is nabij!, dat in 1988 is verschenen, heeft het Wachttorengenootschap de stelling gepresenteerd dat deze profetie reeds werd vervuld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Volgens het commentaar van het Wachttorengenootschap was de Eerste Wereldoorlog zo ontzettend verwoestend ten aanzien van het enorme verlies aan mensenlevens en de vernietiging van middelen dat het was alsof de voormalige orde aan haar einde was gekomen en daarna miraculeus weer tot leven kwam. Maar is dit ook daadwerkelijk het geval? Is dit werkelijk in overeenstemming met de feiten uit de geschiedenis? Belangrijker nog: is dit werkelijk in harmonie met de profetie? En kan het antwoord op deze vragen onherroepelijk worden vastgesteld?
Zonder enige twijfel kan worden gesteld dat de Eerste Wereldoorlog een kolossale ramp betekende voor de volkeren van Europa, maar was die daarom ook werkelijk de vervulling van de profetie die stelt dat de leidende macht van deze wereld op catastrofale wijze ten dode toe geslacht leek te zijn door middel van een dodelijke slag?
Het is beslist zo dat de Eerste Wereldoorlog grotendeels werd uitgevochten in de loopgraven van Frankrijk. Anders dan tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de burgerbevolking in de grote steden en de politieke machtscentra waar de overheid zetelde niet rechtstreeks aangevallen. Anders dan tijdens de Vietnamoorlog marcheerden er geen anti-oorlogdemonstranten door de straten die tegelijkertijd een dreiging vormden om de regering omver te werpen. Er was tijdens en zelfs na de Grote Oorlog geen sprake van sociale instabiliteit die op enigerlei wijze consequenties had voor Londen of Washington. De enige Europese regering die iets soortgelijks is overkomen wat mogelijk zou kunnen worden aangeduid als een dodelijke slag, was het tsaristische Rusland en eventueel het huis van Habsburg en het Ottomaanse Rijk. Er kan in ieder geval met absolute zekerheid worden vastgesteld dat Amerika bij lange na niet ten dode toe werd geslacht door zijn kortdurende betrokkenheid bij de oorlog in Europa.
In alle redelijkheid kan dus worden gesteld dat er gewoonweg geen historisch bewijs is dat de interpretatie van de profetie van het Wachttorengenootschap zou kunnen rechtvaardigen.
Omdat alle profetieën van de Bijbel met elkaar in verbinding staan is het de taak aan een ieder die zichzelf beschouwt als een serieuze onderzoeker om de patronen waar te nemen in de overlapping van verwante profetieën en deze te ontdekken. Het samenbrengen van alle losse stukjes aan profetieën tot een groter geheel, waarbij het grote plaatje kan worden gezien, kan men vergelijken met het werken aan een complexe puzzel. Net als bij fotopuzzels zou het in de eerste instantie kunnen lijken alsof bepaalde stukjes op de juiste plaats liggen, maar gedurende het leggen van de puzzel wordt geleidelijk het complete plaatje zichtbaar, waarna het toch zo blijkt te zijn dat enkele puzzelstukjes niet op de juiste plaats liggen, terwijl de stukjes in de eerste instantie wel leken te passen. Zo blijkt nu ook dat de interpretaties van het Wachttorengenootschap jaren geleden plausibel leken te zijn, maar nu blijkt dat de Eerste Wereldoorlog steeds verder en verder in de vergetelheid raakt, wordt het evident dat een aantal van de belangrijkste stukken van de profetische puzzel toch niet bleek te passen.
Een voorbeeld van een stukje dat niet bleek te passen binnen de profetische puzzel is de interpretatie van het Wachttorengenootschap ten aanzien van het beest uit de afgrond – of in het geval van de interpretatie van het Wachttorengenootschap: de beesten (meervoud) uit de afgrond.
‘HET WILDE BEEST DAT UIT DE AFGROND OPSTIJGT’
Laten we Openbaring 11:7 eens in beschouwing nemen, dat luidt: ‘En wanneer zij hun getuigenisgeven hebben geëindigd, zal het wilde beest dat uit de afgrond opstijgt, oorlog tegen hen voeren en hen overwinnen en hen doden.’ Volgens de uitleg van het Wachttorengenootschap vormt het beest dat uit de afgrond opstijgt het gehele politieke systeem, dat zogenaamd weer terug tot leven is gekomen nadat het als gevolg van de Grote Oorlog van 1914 ten dode toe was geslacht. Evenzo voorzegt Openbaring 17:8 dat een wild beest zal opstijgen vanuit een afgrond. Het is onverklaarbaar waarom het Wachttorengenootschap een geheel andere interpretatie toekent aan wat wordt gesymboliseerd door het scharlakenrode beest dat uit de afgrond rijst. Er wordt beweerd dat dit symbolische gedrocht de Volkenbond voorstelt, die ogenschijnlijk de profetie vervuld zou hebben toen deze tijdens de Tweede Wereldoorlog in een bijna-doodtoestand werd gestort, teneinde na de Tweede Wereldoorlog weer tot leven te komen in de vorm van de Verenigde Naties.
Is het echter redelijk om te veronderstellen dat het Gods bedoeling was om het beest dat uit de afgrond opstijgt twee verschillende politieke entiteiten te laten symboliseren die op twee verschillende gelegenheden in een dood-achtige toestand worden gebracht? Of zou het echter kunnen zijn dat het Wachttorengenootschap hieraan een eigen interpretatie heeft gegeven die in strijd is met de natuurlijke harmonie die in Gods profetische woord bestaat?
Dit is een uiterst belangrijke kwestie in het licht van het feit dat tijdens de dag des Heren, zodra het visioen is vervuld, de eeuwige lotsbestemming van alle levende zielen op deze planeet zal worden bepaald op basis van de vraag of zij het opgestane wilde beest en zijn beeld zullen bewonderen en aanbidden. Dat is de hele essentie van de Dag des Oordeels. In dit contrast verwijst Openbaring 15:2 met betrekking tot de redding van de gezalfde zonen Gods naar ‘[…] degenen die de overwinning behalen over het wilde beest en over zijn beeld en over het getal van zijn naam […].’
Tevens spreekt Openbaring 20:4b over degenen die ‘ter dood gebracht waren wegens het getuigenis dat zij hadden afgelegd omtrent Jezus en wegens het spreken over God, en hen die noch het wilde beest noch zijn beeld hadden aanbeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand hadden ontvangen’.
Ten aanzien van hen die een negatief oordeel zullen ontvangen met betrekking tot het met aanbiddende bewondering beschouwen van het opgestane beest zegt Openbaring 13:8: ‘En allen die op de aarde wonen, zullen hem aanbidden; de naam van niet één van hen staat sedert de grondlegging der wereld geschreven in de boekrol des levens van het Lam, dat geslacht werd.’
Openbaring 14:9-10 schept ten aanzien hiervan nog meer duidelijkheid. Deze tekst luidt als volgt: ‘En een andere engel, een derde, volgde hen en zei met een luide stem: “Indien iemand het wilde beest en zijn beeld aanbidt en een merkteken aan zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die ongemengd in de beker van zijn gramschap is ingeschonken, en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en ten aanschouwen van het Lam.”’
Ook Openbaring 17:8b beschrijft precies hetzelfde oordeel over het scharlakenrode beest uit de afgrond, waar staat: ‘En wanneer zij die op de aarde wonen, zien hoe het wilde beest was, maar niet is en toch tegenwoordig zal zijn, zullen zij zich vol bewondering verbazen, maar hun namen zijn sedert de grondlegging der wereld niet op de boekrol des levens geschreven.’
De Schrift leert dat een ieder die ‘het teken’ van het beest accepteert zal worden uitgesloten van enige redding zodra het Koninkrijk van God het corrupte politieke systeem van de mensheid zal vervangen. Het is evident dat het merkteken van het beest is bedoeld om de onomkeerbare veroordeling van Jehovah te vertegenwoordigen. Openbaring beschrijft dit oordeel op nog een andere manier door te zeggen dat hun namen niet worden opgetekend in de symbolische boekrol des levens.
Het oordeel zal erin resulteren dat de mensheid zal worden gescheiden in twee verschillende kampen. Degenen met het merkteken van het beest zullen dat op geen enkele wijze meer kwijt kunnen raken. Ze zijn gedoemd. Het zal zijn alsof een ieder die compromissen sluit met het opgestane politieke beest een tatoeage ontvangt die niet te verwijderen is, welke hen in Gods ogen identificeert als iemand die de dood heeft verdiend. Dat blijkt duidelijk uit het oordeel van God dat wordt omschreven als ‘een schadelijke en kwaadaardige zweer’ die hen zal treffen die behoren tot ‘de mensen die het merkteken van het wilde beest hadden en die zijn beeld aanbaden’ (Openbaring 16:2).
Met het bovenstaande in het achterhoofd rijst de vraag wanneer dit oordeel zal plaatsvinden. Is het al begonnen, zoals Jehovah’s Getuigen bewogen zijn om te geloven? Met betrekking tot het bovenstaande vers stelt het commentaar in het boek Openbaring: haar grootste climax is nabij! op pagina 223 in paragraaf 4 dat de natiën reeds op dit moment al onder druk zijn gezet om het beest te aanbidden en dat de mensheid reeds is vervloekt sinds 1922:
‘Er wordt dwang op de mensheid uitgeoefend om het merkteken van het wilde beest te aanvaarden, met het oogmerk dat “niemand zou kunnen kopen of verkopen, behalve die het merkteken heeft, de naam van het wilde beest of het getal van zijn naam”. Sedert 1922 zijn zij in het openbaar gekentekend als personen die de levende God verworpen hebben.’
Laten we nu eens beschouwen wat de Wachttoren van 1 oktober 1983 had te melden met betrekking tot het scharlakenrode beest dat uit de afgrond opstijgt:
‘Het symbolische “wilde beest” werd in eerste instantie geïdentificeerd als de Volkenbond. Het beest daalde af in de afgrond waarna zij inactief bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog gedurende de jaren 1939-1945 en steeg na de oorlog op uit de afgrond in de vorm van de Verenigde Naties. Dus vanaf 1945 ontstond er een gevaarlijke situatie die van invloed kan zijn voor degene die zoekende is naar het eeuwige leven in een paradijs op aarde. Hij zou kunnen worden misleid tot het bewandelen van een pad dat hem zal diskwalificeren met als gevolg dat zijn naam niet zal worden opgetekend in “de boekrol des levens”.’
Het klinkt ongelooflijk, maar toch is het zo dat het Wachttorengenootschap niet alleen twee verschillende interpretaties heeft toegekend aan het beest dat opstijgt uit de afgrond, en daarnaast hebben zij tevens twee verschillende datums toegekend aan het moment dat het laatste oordeel over de wereld zal worden uitgesproken: zowel 1922 als 1945 is toegewezen! Maar los van deze beschamende contradictie, als een van de beide datums juist blijkt te zijn, dan is de werkelijke vraag die gesteld mag worden: waarom is God zo wispelturig? Heeft de onpartijdige Rechter van de gehele aarde dan harteloos de naam van een persoon uit het boek des levens gewist, simpelweg omdat die ooit een ongedwongen aanhanger was van een machteloze instelling als de Volkenbond, een instelling die vandaag de dag zelfs niet eens meer bestaat? Is het bovendien redelijk om aan te nemen dat eeuwige verdoemenis hun ten deel zal vallen die het politieke systeem in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog zouden hebben goedgekeurd, of omdat sommigen van hen de Verenigde Naties hebben geprezen vanaf het jaar 1945?
Als de interpretaties van het Wachttorengenootschap juist zouden zijn, dan zou dat betekenen dat iedereen die de Volkenbond of de Verenigde Naties sinds 1945 heeft gesteund gedoemd zal zijn tot de eeuwige dood! Het zou dus betekenen dat vervlogen generaties hun eigen opstanding hebben verspeeld om de simpele reden dat ze hun sympathie hebben geuit voor een politiek arrangement van bijna 100 jaar geleden!
In werkelijkheid is deze leerstelling van het Wachttorengenootschap godslasterlijk, om de eenvoudige reden dat die Jehovah’s oordelen arbitrair en bekrompen maakt. Maar zoals Paulus had kunnen zeggen: dat geschiede nooit! Gezien het feit dat het symbolische merkteken van het beest permanent van aard is en leidt tot onomkeerbare verdoemenis, is het onmogelijk voor een ieder met het merkteken van het beest om nog voor vergeving in aanmerking te komen om alsnog Jehovah’s goedkeuring te verkrijgen. Het is dus evident dat op dit moment nog niemand het merkteken van het beest draagt. Als dit wel het geval zou zijn geweest, dan zou het zelfs onmogelijk zijn voor iemand die ooit in het verleden het politieke systeem heeft gesteund om zich te laten bekeren om zodoende redding te verkrijgen. Wat zou het anders voor zin hebben om het goede nieuws te prediken ten aanzien van een redding voor een wereld die onherroepelijk is veroordeeld tot eeuwige vernietiging? Ook blijkt zelfs dat een groot aantal Jehovah’s Getuigen voorheen zeer actief was in het ondersteunen van het huidige politieke systeem – waarvan sommigen zelfs in militaire dienst hebben gezeten –, wat bewijst dat de interpretaties van het Wachttorengenootschap ten aanzien van deze kwestie gewoonweg niet kloppen.
Jehovah is de God van rechtvaardigheid. Zijn oordelen zijn niet willekeurig. Zijn rechterlijke beslissing verordent het vonnis van de eeuwige dood voor een ieder die het wilde beest of zijn beeld aanbidt na het moment waarop het beest herleeft en zijn beeld op wonderbaarlijke wijze tot leven komt, omdat dit zal aantonen dat diegene die op dat moment het beest of zijn beeld zal aanbidden een duidelijke demonstratie geeft van de ondubbelzinnige verwerping van Christus als heerser. Dat zal de basis zijn voor het oordeel dat komen gaat.
Het idee dat het Anglo-Amerikaanse hoofd van het beest de profetische dodelijke slag zou hebben gekregen tijdens de Eerste Wereldoorlog is gewoonweg niet gebaseerd op de werkelijkheid. Het is een fictie. Ook de bewering van het Wachttorengenootschap dat de loutere vorming van de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog op de een of andere manier het begin zou zijn geweest van Jehovah’s ontzagwekkende oordeel is absurd. Bovendien zou het onredelijk zijn geweest als God de mensheid zou oordelen op basis van haar houding ten opzichte van de Volkenbond, welke vandaag de dag volledig irrelevant is geworden, evenals zijn huidige verzwakte opvolger, de organisatie van de Verenigde Naties.
Naast het bovenstaande rijst nog een andere vraag: hoe komt het dat niemand kan kopen of verkopen zonder het erkennen van de Verenigde Naties, zoals het Wachttorengenootschap impliceert dat het geval is? Er is geen enkele basis te vinden in de moderne geschiedenis waaruit blijkt dat er reeds zo’n ingrijpend en definitief keerpunt heeft plaatsgevonden zoals wordt beschreven in de profetie. Het is daarom dus evident dat de omstandigheden rondom de dood en de heropleving van de kop van het symbolische wilde beest totaal uniek zijn en het begin zullen markeren van de grote dag des oordeels.
Naar verwijzing tot die dag lezen we in Openbaring 17:8a het volgende: ‘Het wilde beest dat gij gezien hebt, was, maar is niet, en toch staat het op het punt uit de afgrond op te stijgen, en het moet de vernietiging tegemoet gaan. En wanneer zij die op de aarde wonen, zien hoe het wilde beest was, maar niet is en toch tegenwoordig zal zijn, zullen zij zich vol bewondering verbazen, maar hun namen zijn sedert de grondlegging der wereld niet op de boekrol des levens geschreven.’
De bovenstaande cryptische uitdrukking bevat drie verschillende tijden: het verleden, het heden en de toekomst. Het punt waarop de profetie spreekt in de tegenwoordige tijd is tijdens de dag des Heren, tijdens het korte intermezzo wanneer het beest ‘niet is’, direct voordat het opstijgt uit de afgrond. Omdat er niets in de geschiedenis te vinden is wat overeenkomt met wat Openbaring beschrijft, moet het duidelijk worden dat we zullen worden geconfronteerd met de toekomstige catastrofale ineenstorting van het Anglo-Amerikaanse gedomineerde systeem – een calamiteit die geen precedent heeft in de vroege of moderne geschiedenis.
Zonder enige twijfel zal de ondergang van Amerika de wereld op haar grondvesten doen schudden en ter discussie stellen of de huidige wereldbeschaving überhaupt zou kunnen blijven bestaan. De verschrikkelijke dodelijke slag tegen het Anglo-Amerikaanse systeem zou erop kunnen lijken alsof de gehele beschaving tot een onmiddellijk einde zal komen. Dit unieke en angstaanjagende fenomeen wordt in de profetie beschreven middels het openbreken van het zesde zegel: ‘En ik zag, toen hij het zesde zegel opende, en er geschiedde een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de gehele maan werd als bloed, en de sterren van de hemel vielen naar de aarde, zoals wanneer een vijgenboom, door een krachtige wind geschud, zijn onrijpe vijgen afwerpt. En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold, en elke berg en elk eiland werd van zijn plaats verwijderd. En de koningen van de aarde en de hooggeplaatste personen en de militaire bevelhebbers en de rijken en de sterken en iedere slaaf en iedere vrije verborgen zich in de holen en in de rotsen van de bergen. En zij blijven tot de bergen en tot de rotsen zeggen: “Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Degene die op de troon zit en voor de gramschap van het Lam, want de grote dag van hun gramschap is gekomen, en wie kan dan standhouden?”’ (Openbaring 6:12-17).
Het Wachttorengenootschap heeft erkend dat het redelijk is om te veronderstellen dat de zeven zegels uit Openbaring in hoog tempo na elkaar worden ontsloten. Het probleem waar Jehovah’s Getuigen mee worden geconfronteerd heeft te maken met de verouderde op 1914 gerichte interpretatie, waaruit duidelijk blijkt dat de apocalyptische gebeurtenissen die naar aanleiding van het openen van het zesde zegel op de wereld zullen worden losgelaten nog niet hebben plaatsgevonden. Niettemin bagatelliseert het Wachttorengenootschap door zijn commentaar in het boek Openbaring: haar grootste climax is nabij! de uniciteit van de gebeurtenissen als gevolg van de ontsluiting van het zesde zegel door te stellen dat de profetie gedeeltelijk is voltooid doordat er vanaf 1914 binnen onze samenleving enkele letterlijke aardbevingen en metaforische aardschokken hebben plaatsgevonden.
Echter begeeft het Wachttorengenootschap zich nog verder in het rijk der absurditeit door te suggereren dat het begin van de Eerste Wereldoorlog de vreselijke dag van Jehovah’s toorn heeft doen inluiden. Volgens de vermoedens van het genootschap zou het tektonische tumult dat leidt tot de ineenstorting van de bergachtige instituties die ervoor zorgen dat het politieke grondvest in een eclips terechtkomt al zijn begonnen. Indien echter de verschrikkelijke gebeurtenissen welke worden geïnitieerd door het openen van het zesde zegel nog niet hebben plaatsgevonden, wat zeer zeker het geval is, dan wordt ook duidelijk dat de vijf voorgaande zegels evenmin zijn opengebroken.
Aangezien Satan zelf in Openbaring wordt afgeschilderd als een zevenkoppige draak, is het evident dat zijn onzichtbare cosmocratie manifest is geworden door middel van de overeenkomstige zeven koppen van het beestachtige politieke apparaat op aarde. En hoewel het reeds werd vermeld in het vorige hoofdstuk is het de moeite van het herhalen in dit hoofdstuk nog steeds waard. De zevende kop die ten dode toe geslacht wordt, is slechts een weerspiegeling van de klap die Satan zelf zal ontvangen als gevolg van Christus die hem en zijn engelen uit de hemel zal verdrijven.
Het zal meer dan waarschijnlijk zijn dat de toorn van de Duivel de aanzet zal geven tot het gebruik van kernwapens en andere massavernietigingswapens. Hoogstwaarschijnlijk vindt dit plaats in het stadium wanneer alles reeds verloren lijkt te zijn en de beschaving op het punt staat om volledig uit elkaar te vallen, dat het ogenschijnlijk dodelijk gewonde beest op wonderbaarlijke wijze zal herstellen, om op deze manier ten tonele te verschijnen als de redder van deze wereld.
‘EN ZIJN GETAL IS ZESHONDERD ZESENZESTIG’
Zelfs nuchtere personen die geen enkele kennis bezitten over de Bijbelse profetie worden zich bewust van het feit dat de huidige strategische confrontatie tussen de diverse kernmachten een existentiële bedreiging vormt voor de beschaving. De komende crash van het huidige systeem zal dienen als aanleiding voor de invoering van een wereldwijd totalitair regime. Het 13de hoofdstuk van Openbaring voorzegt dat nadat het beest nieuw leven wordt ingeblazen na het ontvangen van zijn zwaardslag, het beeld van het wilde beest zal opleven om zo ‘allen die het beeld van het wilde beest op generlei wijze zouden aanbidden, gedood werden’.
Tot op heden is geen van Jehovah’s Getuigen, noch iemand anders, geëxecuteerd of vervolgd voor het weigeren om te buigen voor de Verenigde Naties. Het is overduidelijk dat noch de Anglo-Amerikaanse macht, noch de Verenigde Naties, hebben getracht om de gehele mensheid te dwingen om hun autoriteit te erkennen.
Echter, op een gegeven moment onder kritieke omstandigheden, totaal anders dan tijdens voorgaande crises, zullen de Verenigde Naties klaarstaan om de plek in te nemen van de achtste koning uit de profetie, hun heerschappij opleggend in die mate dat ‘het dwang uitoefent op alle personen, de kleinen en de groten, en de rijken en de armen, en de vrijen en de slaven, opdat men dezen een merkteken aan hun rechterhand of op hun voorhoofd zou geven, en opdat niemand zou kunnen kopen of verkopen, behalve wie het merkteken heeft, de naam van het wilde beest of het getal van zijn naam’.
De Schrift gaat verder door te zeggen: ‘Hier komt het aan op wijsheid: wie intelligentie heeft, berekene het getal van het wilde beest, want het is het getal van een mens; en zijn getal is zeshonderd zesenzestig.’
In een verdere bevestiging dat tijdens de Dag des Oordeels de verafgoding van een politiek beeld zal plaatsvinden, weerspiegelt Jesaja 41:1-5 de profetie van Openbaring met betrekking tot de dodelijke zwaardslag tegen het beest. Het eerste vers zegt: ‘Hoort mij zwijgend aan, GIJ eilanden; en laten nationale groepen zelf nieuwe kracht verkrijgen. Laten ze toetreden. Laten ze in die tijd spreken. Laten wij samen ten geríchte naderen.’
Wat zullen de omstandigheden zijn waaronder Jehovah de nationale groepen aanroept om ‘samen ten gerichte te naderen’? Kennelijk valt het moment dat Jehovah de nationale groepen zal toestaan om ‘nieuwe kracht te verkrijgen’ samen met het moment dat het beest uit de afgrond terugkomt. Dus Jehovah spreekt tot de natiën tijdens de dag des oordeels. Zonder enige twijfel zal het moment dat Jehovah de natiën bijeenroept om Zijn oordeel uit te spreken een angstopwekkende ontwikkeling zijn. Echter, hoe de nationale groepen werden verzameld voor een oordeel in 1914 is voor iedereen een raadsel. De Wachttoren biedt geen uitleg.
Hoewel het duidelijk is dat Cyrus, waar Jehovah naar verwijst als zijn gezalfde bevrijder, dient als een patroon voor Christus tijdens de parousia, lijken de overeenkomsten tussen Christus als strijder in Openbaring en Cyrus voor de hand liggend – de toepassing op 1914 is in het meest gunstige geval dubieus te noemen. Jesaja 41:2 zegt bijvoorbeeld: ‘Wie heeft iemand verwekt van de opgang der zon? Wie ging er in rechtvaardigheid toe over hem tot Zijn voeten te roepen, de natiën voor zijn aangezicht te geven en hem vervolgens zelfs koningen te laten onderwerpen? Wie bleef hen als stof aan zijn zwaard geven, zodat zij met zijn boog als louter stoppels zijn voortgedreven?’
Met het oog op de interpretatie van het Wachttorengenootschap ten aanzien van het voorgaande vers moet men zich afvragen welk bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat Christus de koningen der aarde in 1914 onderwierp. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit bewijs volledig ontbreekt. De natiën zijn in alle vrijheid doorgegaan met wat ze zelf wilden vanaf het moment dat Christus in 1914 werd verondersteld hen met zijn zwaard tot stof te hebben gereduceerd.
De profetie van Jesaja loopt parallel met het moment dat het beeld van het wilde beest zal worden gemaakt zoals in Openbaring staat beschreven, waarin staat dat, nadat God de natiën bijeen heeft geroepen om zijn oordeel uit te spreken, de doodsbange nationale groepen zich bezig zullen houden met het fabriceren en vereren van een ruw beeld. Jesaja 41:5-7 stelt: ‘De eilanden zagen het en werden met vrees vervuld. Ja, de uiteinden der aarde werden bevangen door beving. Zij naderden en bleven komen. Zij gingen ieder hun metgezel helpen, en de een zei dan tot zijn broeder: “Wees sterk.” Zo sterkte dan de kunsthandwerker de metaalbewerker, degene die met de smidshamer gladmaakt hem die op het aambeeld slaat, van het soldeersel zeggend: “Het is goed.” Ten slotte bevestigde men het met spijkers, opdat het niet aan het wankelen gebracht zou kunnen worden.’
Wanneer we zien dat er onmiskenbare overeenkomsten bestaan tussen de profetie van Jesaja en Openbaring, en in het bijzonder met betrekking tot de natiën die een beeld fabriceren dat een reactie zal zijn op een traumatische wereldwijde gebeurtenis, en dat Jehovah door middel van Jesaja de natiën bijeenroept om ‘samen te komen voor het oordeel’, moet het evident zijn dat de oprichting van de Verenigde Naties in 1945 met geen mogelijkheid de aanvang heeft kunnen inluiden van Jehovah’s vrees inboezemende Dag des Oordeels.
Bovendien, in tegenstelling tot wat Jehovah’s Getuigen op dit moment geloven, zijn de ondergang van de zevende wereldmacht en de opkomst van de achtste koning opeenvolgende gebeurtenissen. Anders uitgedrukt: de fatale doodslag op de zevende kop van het wilde beest is datgene wat zal leiden tot de opkomst van de achtste koning. Bovendien is de achtste koning nog niet begonnen met regeren. Omdat de achtste koning ‘voortkomt uit de zevende’, zal blijken dat de Anglo-Amerikaanse koning niet alleen leven zal blazen in het beeld en tevens de wereld zal gebieden om het beeld te aanbidden, echter zal de zevende koning ook een positie in gaan nemen op een zetel achter zijn eigen Frankenstein-achtige creatie.
De val van het huidige regeringssysteem zal waarschijnlijk worden opgevolgd door het opleggen van een vorm van wereldwijd communisme. Op die manier zal iedereen op aarde in een situatie terechtkomen waarbij niemand iets kan kopen of verkopen zonder het beeld van het beest te erkennen. Het enkele uur dat zal worden gegeven aan de achtste koning valt samen met het uur van beproeving waarnaar Jezus verwees in het derde hoofdstuk van Openbaring, waar hij de getrouwen beloofde: ‘Omdat gij het woord over mijn volharding hebt bewaard, zal ik ook u bewaren voor het uur der beproeving, dat over de gehele bewoonde aarde moet komen om hen die op de aarde wonen, op de proef te stellen.’
De beproeving die over de gehele bewoonde aarde moet komen zal alle mensen dwingen om hun getrouwheid te tonen aan ofwel Satans ‘wonderbaarlijk’ gereanimeerde politieke beest, ofwel aan Jehovah’s koningschap. Dat is het moment wanneer de engel met luide stem aan de wereld verkondigd: ‘Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen.’