Opmerking van de vertaler:  Dit oorspronkelijke artikel werd in 2010 gepost.

Jeruzalem werd niet beschouwd als een grote stad zoals het oude Babylon of de stad Rome. Jeruzalem vormde geen belangrijk commercieel knooppunt zoals Tyrus ooit wel was. Jeruzalem had echter wel een lange en rijke geschiedenis als de administratieve hoofdstad van Israël en Juda en ook vormde Jeruzalem het religieuze centrum voor alle Joden waar dan ook ter wereld.

Sinds het moment dat David de Jebusitische vesting ongeveer duizend jaar voor de komst van Christus veroverde en toen kort daarna ook de heilige ark van het verbond naar deze stad werd verplaatst, werd Jeruzalem de stad die Jehovah had uitgekozen om zijn heilige naam mee te verbinden. Jesaja 60:14 verwijst feitelijk naar Jeruzalem als “de stad van Jehovah”.

Het is veelbetekenend dat Jeruzalem ook de geboorteplaats van het christendom was; want het was tijdens Pentecost in het jaar 33 na Chr. dat de heilige geest in een bovenkamer van een woning in Jeruzalem werd uitgestort over de kleine groep Joodse volgelingen van Jezus, waarmee op dat moment officieel het christelijke tijdperk ingeluid. Na dat moment predikten de apostelen en pas gezalfde Joden en proselieten regelmatig in de omgeving van de tempel van de stad van Jehovah. Ook was Jeruzalem een tijd lang het onofficiële hoofdkwartier en de uitvalsbasis voor de apostelen en de oudere mannen die de gemeenten leidden. Om die reden vormt Jeruzalem in de profetie ook een passend symbool voor de verschillende aspecten van de gemeente en het Koninkrijk van Christus welke vooral betrekking hebben op de Tweede Komst van de Messias evenals de laatste oogst tijdens het besluit.

Hoewel er miljoenen mensen zijn misleid door te geloven dat de moderne politieke staat Israël het middelpunt vormt van de Bijbelse profetieën, beseffen Jehovah’s Getuigen daarentegen dat het nucleair bewapende Israël en de huidige stad Jeruzalem met zijn Islamitische Rotskoepel die zich op of dichtbij de plek bevindt van de verwoeste Joodse tempel, helemaal geen enkele rol speelt in de Bijbelse profetie.

De huidige staat Israël is in werkelijkheid grotendeels een creatie evenals een strategische aanwinst van het Britse rijk. Nadat de ondertekening van het Verdrag van Versailles een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog en nadat ook het Ottomaanse rijk werd ontbonden, uitte Londen zijn voornemen om een Palestijnse staat op te richten, in wat vandaag de dag bekend is komen te staan als de ‘Balfour-Verklaring’. Vervolgens werd na de Tweede Wereldoorlog in het jaar 1947 de moderne staat Israël opgericht. Een feit dat zeker niet over het hoofd mag worden gezien is dat de extreem rijke familie Rothschild (de bankier der bankiers en monarchieën van Europa) ook een hele belangrijke rol heeft gespeeld bij de oprichting van de moderne staat Israël.

John Hagee, ZionistIn recentere jaren zijn een groep Elmer Gantry-achtige bijbelzoekers (veelal geassocieerd met de zogenaamde fundamentalistische / evangelische beweging) vurige voorstanders geworden van wat ook wel bekend staat als het Zionisme. Deze groep onderschrijft dat het de plicht is van elke christen om koste wat het kost de politieke staat Israël te steunen, zelfs wanneer dit tot een nieuwe wereldoorlog zou kunnen leiden.

(Het zou zeker de agenda van de Duivel dienen om een totale oorlog te ontketenen in het Midden-Oosten. In dat scenario zou het zeker niet ondenkbaar zijn dat Israël over zou gaan op het uitvoeren van een preventieve nucleaire aanval op Iran. Uiteraard met de steun en zegen van de zwaar misleide rechtse religieuze fanatici die in de veronderstelling zijn dat ze hiermee de dag van hun hemelse opname zouden kunnen bespoedigen.)

De waarheid is echter dat het oude Joodse systeem van aanbidding al heel lang geleden Gods voornemen in verband daarmee heeft vervuld. Het oude Joodse systeem heeft ertoe geleid dat de Messias werd voortbracht in aanwezigheid van een kleine groep gelovigen die vol verwachting uitkeken naar dat moment. Rond de tijd van zijn laatste verblijf en zijn binnenkomst in de heilige stad profeteerde Jezus dat het Koninkrijk van God van de Joden zou worden weggenomen en zou worden gegeven aan een natie die zijn vruchten voortbrengt. Die “natie” waaraan het Koninkrijk werd gegeven, is wat Paulus het Israël van God noemde – de christelijke gemeente, die uiteindelijk vanuit de hemel zal worden geopenbaard als het Nieuwe Jeruzalem.

Het feit dat de aardse stad Jeruzalem niet langer meer de plaats was waar Jehovah’s naam zou wonen, werd onomstotelijk bevestigd in het jaar 70 na Chr. toen de Romeinse legers onder het bevel van generaal Titus de heilige stad en de tempel van Herodes volledig verwoestten. Op die manier kwam het Joodse systeem tot een besluit, precies zoals Jezus en Paulus van tevoren hadden aangekondigd.

Net zoals dat de Joodse natie en Jeruzalem Gods voornemen hadden vervuld en vervolgens werden achterhaald om op gewelddadige wijze te worden afgedankt, zo zal ook het christendom hetzelfde lot te wachten staan. Ook het christendom is voorbestemd om in verband daarmee Gods voornemen te vervullen om daarna tot een einde te komen.

KINDEREN, HET IS HET LAATSTE UUR

Het christendom eindigde kort nadat de apostelen waren gestorven op een hele opmerkelijke manier. Dit gebeurde niet plotseling maar vond geleidelijk plaats. Tegen het einde van zijn bediening schreef de apostel Johannes over deze toekomstige ontwikkeling waarover hij in 1 Johannes 2: 18-20 het volgende zei: Kinderen, het is het laatste uur. Jullie hebben gehoord dat de antichrist komt en inderdaad, er zijn nu al veel antichristen verschenen. Daardoor weten we dat dit het laatste uur is. Ze zijn uit ons midden weggegaan, maar ze waren niet zoals wij. Want als ze net als wij waren geweest, zouden ze bij ons zijn gebleven. Maar ze zijn weggegaan zodat duidelijk zou worden dat niet iedereen is zoals wij. Jullie hebben een zalving van de Heilige en jullie hebben allemaal kennis. Ik schrijf jullie niet omdat jullie de waarheid niet kennen, maar juist omdat jullie die kennen en omdat er uit de waarheid geen leugen voortkomt.”

Sommige onwetende personen veronderstellen dat Johannes hier bedoelde dat de wereld zo’n 2000 jaar geleden zijn laatste uur was ingegaan en hebben daarom op dwaze wijze de conclusie getrokken dat Johannes een valse profeet was. Echter onthult de context van deze korte brief van de apostel iets heel anders. Johannes voorzegde de komst van een antichrist. Het was het “laatste uur” voor zijn komst. Terwijl de apostelen op dat moment nog leefden waren de vele antichristen die al hadden geprobeerd om te infiltreren niet in staat om binnen in de gemeenten een blijvende voet aan de grond te krijgen en daarom werden ze dus gedwongen om uit hun midden te vertrekken. De oorspronkelijke antichrist was bijvoorbeeld Judas. Hij vertrok uit het midden van de apostelen op de avond van het laatste Pascha toen Christus hem wegstuurde met de woorden: Wat je doet, doe dat nog sneller.

Hoewel we niet voor de volle 100 procent weten hoe de situatie uiteindelijk werd opgelost, heeft Paulus evenzo op moedige wijze de vooraanstaande leiders van de gemeente in Korinthe aan de kaak gesteld als valse apostelen en bedrieglijke werkers. Paulus noemde Hymenaeus en Philetus ook bij naam als afvalligen en gaf hen over aan Satan om te worden getuchtigd.

We leren echter uit de geschiedenis dat toen de beschermende invloed van de apostelen en de overige trouwe dienaren in de tweede eeuw begon af te nemen, dat er vervolgens goddeloze bedriegers de gemeenten begonnen te domineren waarop de waarheid geleidelijk aan steeds meer en meer werd verdrongen door leugens. De afvalligheid bereikte een hoogtepunt toen de Romeinse keizer Constantijn zichzelf in de vierde eeuw aanstelde als het kerkelijke hoofd van de verdorven christelijke bisschoppen. De christenheid heeft Christus verdrongen. Daarna werd de keizer van het uiteenvallende Romeinse rijk de Pontifex Maximus – de hoogste priester en koning. De antichrist was gearriveerd.

Door de eeuwen heen, tot aan de protestantse reformatie en de uitvinding van de drukpers, verzette het Vaticaan zich fel tegen het vertalen van de Bijbel in de gewone talen die door Europeanen werden gesproken, waardoor het voor vrijwel iedereen onmogelijk was om de Bijbel zelf te bestuderen, behalve dan voor de bevoorrechte, Latijn-geletterde priesterregering.

Omdat er “uit de waarheid geen leugen voortkomt” en omdat al Gods gezalfde zonen de waarheid moeten kennen, zoals Johannes hierboven ook al liet doorschemeren, bracht de geleidelijke introductie van een enorme hoeveelheid aan doctrinaire onwaarheden en vele schandelijke vormen van regelrechte heidendom welke de plaats van Christus hadden ingenomen, een abrupt einde aan de periode van zalving van de bruid klasse die in 33 na Chr. was begonnen. Het laatste uur had dus betrekking op de zalving.

Door de eeuwen heen was de afvallige christenheid voornamelijk geconcentreerd in Constantinopel (genoemd naar Constantijn) en in Rome. Dit gold vooral voor de Romeinse tak, omdat deze werd geassocieerd met de zetel van het Rijk. Deze Romeinse tak werd ook hemels schatje rijk en daarnaast ook heel erg machtig. Het is daarom ook begrijpelijk waarom het Wachttorengenootschap het gedeelte van Jesaja’s profetie (hieronder) toepast op de christenheid.

WIE ZIJN NU GODS VOLK?

“U hebt uw volk, het huis van Jakob, verstoten omdat ze veel dingen uit het Oosten hebben overgenomen. Ze doen aan magie, net als de Filistijnen, en onder hen wonen veel kinderen van buitenlanders. Hun land is vol zilver en gouden er komt geen eind aan hun schatten. Hun land is vol paarden en er komt geen eind aan hun wagens. Hun land is vol waardeloze goden. Ze buigen voor het werk van hun eigen handen, voor wat hun eigen vingers hebben gemaakt. De mens buigt zich neer, hij verlaagt zich. U kunt het hun onmogelijk vergeven.” (Jesaja 2:6-9)

Doctrinair gezien zijn de grote hoeveelheden aan kerken en sekten die sinds de tijd van de grote afvalligheid zijn ontstaan doordrenkt met ‘dingen uit het Oosten’, wat wil zeggen: “dat wat uit Babylon afkomstig is”. Instituties zoals het Vaticaan zijn schatrijk en beheersen vele miljarden dollars; met inbegrip van kunstschatten van onschatbare waarde, enorm grote kathedralen met indrukwekkend glas-in-lood kunst waarvan het bekend is dat het eeuwen duurde om deze te bouwen. Daarnaast bezit het Vaticaan ook nog eens een enorme hoeveelheid onroerend goed over de hele wereld. Maar in welke zin zijn de parochianen van de christenheid dan Gods volk vanaf het moment dat de afvalligheid een einde maakte aan de zalving? Vanaf welk moment heeft / zal God zijn dwalende volk en het “huis van Jakob” dan verlaten, zoals Jesaja in het vers hierboven verklaarde?

Bovendien geeft de profetie van Jesaja daarnaast ook aan dat Jehovah zijn volk niet volledig zal verlaten. Er zal namelijk een overblijfsel van heiligen zijn die de vernietiging van “Jeruzalem” zullen overleven.

Jesaja 4: 2-3 luidt als volgt: Op die dag zal wat Jehovah laat groeien prachtig en schitterend zijn, en de opbrengst van het land zal de trots en schoonheid zijn van de overlevenden van Israël. Wie overblijft in Sion en is achtergebleven in Jeruzalem zal heilig worden genoemd, iedereen in Jeruzalem die is opgeschreven om te blijven leven.

Toen Nebukadnezar Jeruzalem met de grond gelijk maakte en hij de Joodse koninklijke families afslachtte en hij vervolgens de overgebleven Joden geketend liet wegvoeren, liet hij enkele ellendigen achter om de waardevolle wijngaarden van Juda te onderhouden. Over hen kan er nauwelijks worden gezegd dat zij heilig waren in Jehovah’s ogen. Volgens Jeremia (die zelf ook achterbleef) waren de overgebleven Joden die de veldslag hadden overleefd net zo goddeloos en opstandig als de Joden die werden gedood of die geketend naar Babylon werden afgevoerd. Het bewijs daarvan werd aangetoond door hun ongehoorzaamheid aan Jehovah’s uitdrukkelijke gebod door middel van Jeremia om vooral niet naar Egypte te vluchten (zie Jeremia 43). Als gevolg van hun voortdurende ongehoorzaamheid manoeuvreerde Jehovah Nebukadnezar om zijn zwaard tegen Egypte te keren om zo het overblijfsel van de ontrouwe Joden die daarheen waren gevlucht, uit te roeien.

In werkelijkheid heeft de profetie van Jesaja dus niet in vervulling kunnen gaan door middel van de letterlijke vernietiging van Jeruzalem. Bovendien wijst het tweede hoofdstuk van Jesaja uit naar een toekomstig moment, namelijk naar “het laatste deel van de dagen” voor de ultieme vervulling van Jehovah’s oordeel en het herstel van het heilige overblijfsel van “Jeruzalem”.

Nu we dus hebben kunnen vaststellen dat de moderne staat Israël helemaal niets te maken heeft met de verwezenlijking van de Bijbelse profetieën, en aangezien we weten dat de christenheid onmogelijk iets kan voortbrengen dat door Jehovah als heilig kan worden beschouwd, hoe zou de profetie van Jesaja dan in vervulling kunnen gaan tijdens “het laatste deel van de dagen”?

Hoewel de grote afvalligheid het licht van de waarheid had uitgedoofd en er daarnaast ook voor had gezorgd dat het zalvingsproces tijdelijk werd stilgelegd, wordt “het laatste deel van de dagen” of “het einde van het samenstel”, zoals het ook wel wordt genoemd, gekenmerkt door de oogst van de uitverkorenen.

Hoewel het best mogelijk zou kunnen zijn dat er tijdens de lange nacht van geestelijke duisternis misschien wel een aantal verstrooide gezalfde personen zouden hebben geleefd, was er vóór het einde van de jaren 1800 geen enkele persoon in geslaagd om zich volledig los te maken van de geestelijke ketenen van de christenheid.

Tijdens de donkere periode van de Inquisitie gooiden de geestelijken vrijwel iedereen op de brandstapel die het aandurfde om zich los te maken van de christenheid. Zelfs nog in de Nieuwe Wereld, die oorspronkelijk werd gevestigd door mensen die opzoek waren naar verlichting van religieuze onderdrukking, oefende de geestelijkheid nog steeds een grote macht en politieke invloed uit.

Er kwam echter verandering in die situatie toen Charles Taze Russell en de Bijbelonderzoekers in de jaren 1870 op het toneel verschenen. Na een aantal jaren van intensieve Bijbelstudie waarin de fundamentele leerstellingen van de Schrift konden worden vastgesteld, besloot C.T. Russell de Zion’s Watchtower op te richten en lanceerde hij de meest intensieve predikingscampagne die de wereld ooit heeft gezien. Russell vernietigde zo’n beetje in zijn eentje de kerkdogma’s die gedurende vele eeuwen daarvoor waren opgebouwd die de mensen hadden belet om de kostbare waarheid te kunnen begrijpen. Hoewel er aan het begin van de twintigste eeuw maar een paar duizend predikers waren die Zion’s Watchtower aan het verspreiden waren, werden Russells wekelijkse preken door miljoenen mensen over de hele wereld gelezen omdat ze daarnaast ook in honderden kranten verschenen. Tegen de tijd dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werd er gezegd dat Russell een groter lezerspubliek had dan alle schrijvers van de christenheid bij elkaar opgeteld!

Nadat de wereld gedurende vele eeuwen werd gedomineerd door het valse christendom van Satan, was er als gevolg van het werk van pastoor Russell (zoals hij destijds werd genoemd) weer een herkenbare vorm van primitief christendom tevoorschijn gekomen. Vele mensen met een oprecht hart gaven gehoor aan deze verfrissende boodschap.

De Bijbelonderzoekers kwamen destijds regelmatig in particuliere huizen bijeen, net zoals de oorspronkelijke christenen dit ook deden.

Ook namen ze allemaal deel aan een openbare bediening en ze legden daarnaast ook moedig de huichelarij bloot van de religieuze leiders uit die die tijd, net zoals de oorspronkelijke christenen dit ook deden.

Ze kenden daarnaast ook duidelijk het onderscheid tussen Jehovah en Jezus, net zoals de oorspronkelijke christenen.

Ze begonnen toen ook weer de jaarlijkse herdenking van Jezus’ dood te vieren, net zoals de oorspronkelijke christenen.

Jehovah’s geest was klaarblijkelijk op een krachtige wijze werkzaam met het zalven van die levendige kleine groep Bijbelonderzoekers, net als bij de oorspronkelijke christenen.

En als bewijs van hun zalving begonnen deze Bijbelonderzoekers ook op wrede wijze vervolgd te worden door degenen die beweerden God te vereren, net zoals het geval was bij de oorspronkelijke gezalfde christenen.

EEN VOLK VOOR DE NAAM VAN JEHOVAH

In 1931 namen de Internationale Bijbelonderzoekers de kenmerkende naam ‘Jehovah’s Getuigen’ aan. Dit was buitengewoon veelbetekenend met het oog op het feit dat degenen die met de religies van de christenheid verbonden zijn, over het algemeen de naam van Jehovah niet aanvaarden en er niets mee te maken willen hebben. Kerkgangers zijn massaal misleid door te geloven dat er geen grotere naam is dan die van Christus.

Om die gedenkwaardige ontwikkeling uit het jaar 1931 ten volle te kunnen waarderen, dienen we te bedenken dat Satan daarvóór een eeuwenlange campagne heeft gevoerd om de naam van God uit de Bijbel te laten wissen en daarnaast heeft Satan ook geprobeerd om de naam van God uit de gedachten van de collectieve mensheid te verwijderen.

Vóór de tijd van Christus wist de Duivel de Joden er met succes toe te bewegen om de Naam niet langer uit te spreken omdat deze te heilig zou zijn om uit te mogen spreken: dit alles ondanks het feit dat de Hebreeuwse profeten de naam van God veelvuldig gebruikten, waarbij hun geïnspireerde uitspraken vaak werden ingeleid door de woorden: “Dit is wat Yehowah heeft gezegd …”

Er bestaan goede redenen voor om aan te nemen dat de vroege kopiisten van de Griekse manuscripten er ook toe werden aangezet om de kenmerkende naam van God te verwijderen uit hun kopieën van het zogenaamde Nieuwe Testament. Het zou gewoon ondenkbaar zijn dat Jezus de gewoonte van de ontrouwe Joden zou hebben gevolgd door te weigeren de heilige naam van zijn Vader uit te spreken. Jezus benadrukte tenslotte in gebed dat hij Gods naam aan zijn volgelingen had bekendgemaakt. Hij leerde daarnaast zijn volgelingen in de eerste plaats om ervoor te bidden dat Gods naam geheiligd zou worden (heilig maken). Behalve dat citeerde Jezus ook heel vaak verzen die rechtstreeks uit de Hebreeuwse Geschriften kwamen waarin JHWH voorkomt. Jezus gaf bijvoorbeeld elke keer als antwoord op de drie verzoekingen van Satan: “Er staat geschreven …” en elke keer citeerde hij vervolgens letterlijk de verzen die de Naam bevatten. Toch komt de naam in geen enkele Griekse kopie voor. Gezien de voortdurende demonische samenzwering om te voorkomen dat mensen Gods naam aanroepen, lijdt het weinig twijfel dat deze uit de Griekse tekst werd weggelaten toen latere kopieën de originelen begonnen te vervangen.

Nadat de Reformatie ervoor had gezorgd dat het Vaticaan haar macht over de Bijbel begon te verliezen, begon de naam van Jehovah weer in een aantal vroege Engelse Bijbels te verschijnen. Echter is gebleken dat recentere vertalers van de Schrift wederom hun toevlucht hebben genomen tot de gewoonte om de naam van Jehovah uit het door hem geïnspireerde boek te schrappen. In de originele King James Version van de Bijbel uit het jaar 1611 kwam de naam Jehovah bijvoorbeeld vier keer voor. Wanneer we echter kijken naar de laatste editie van de KJV dan zien we dat de naam Jehovah hierin wederom is verwijderd.

De meest aanwezige vorm van bedrog die wordt uitgeoefend op de onwetenden is dat Jehovah zijn naam in Jezus zou hebben veranderd. Wat een totale onzin!

J F Rutherford president of the Watchtower 1917-1942Toen J.F. Rutherford in 1931 vrijmoedig verklaarde dat degenen die verbonden waren met het Wachttorengenootschap vanaf dat moment bekend wilden staan als Jehovah’s Getuigen, betekende dit dus dat de Internationale Bijbelonderzoekers vanaf dat moment inderdaad een volk waren geworden voor Gods naam, net zoals de oorspronkelijke christenen dat ook waren geweest. (Zie Handelingen 15) Wie zou kunnen ontkennen dat Jehovah’s Getuigen niet onlosmakelijk verbonden zijn met de naam van Jehovah?

Deze bewuste verandering was een bevestiging dat de gemeente van Christus tevoorschijn was gekomen uit een lange periode van duisternis en dat het zich momenteel richting de wereld manifesteert door middel van Jehovah’s Getuigen. Het werk van Jehovah’s Getuigen heeft ertoe geleid dat de naam van God tot aan de uiteinden van de aarde en daarnaast ook in honderden talen en dialecten is bekendgemaakt. Het wereldtoneel is nu gereedgemaakt om de natiën te laten weten dat Hij Jehovah is, zoals dit op veel plaatsen in Ezechiël werd voorzegd, evenals in andere profetieën. (Jehovah’s Getuigen zullen zelf overigens ook moeten worden gedwongen om te weten dat Hij Jehovah is – de God van het oordeel.)

Bovendien kan het Wachttorengenootschap terecht worden geïdentificeerd als het profetische “Jeruzalem”, de plaats waar Jehovah zijn naam heeft laten wonen in deze moderne wereld – de aardse stad van Jehovah. Het zal dit “Jeruzalem” zijn (het Wachttorengenootschap) en niet de christenheid, dat voorbestemd is om onder Jehovah’s oordeel te komen tijdens “het laatste deel der dagen”.

De profetie van Jesaja ligt ook volledig in harmonie met het Bijbelse voorschrift dat het oordeel zal beginnen bij het geestelijke huis van God, en dan met name bij het leiderschap van Gods volk. Dit is wat Jesaja 3: 13-14 te zeggen heeft in verband met de val van Jeruzalem: Jehovah neemt zijn plaats in om zijn rechtszaak te voeren en staat op om een vonnis te vellen over volken. Jehovah zal een oordeel uitspreken over de oudsten en leiders van zijn volk.

Terugkerend naar het vers dat eerder werd aangehaald met betrekking tot het overblijfsel dat aan de verwoesting van Jeruzalem zal ontsnappen en dat wordt beschouwd als iets heiligs in de ogen van Jehovah, voorspelde Jezus ook dat Jeruzalem tijdens het besluit van het samenstel zou worden vertrapt door een walgelijk ding. Vervolgens zullen, tijdens de nasleep van dit alles, de machtige engelen worden uitgezonden om Gods uitverkorenen uit de vier uithoeken van de aarde bijeen te verzamelen.

Beschouw nu vervolgens eens Jesaja 43: 5-7: Wees niet bang, want ik ben met je. Uit het oosten zal ik je nageslacht terughalen en uit het westen zal ik je verzamelen. Ik zal tegen het noorden zeggen: “Geef ze terug!” en tegen het zuiden: “Laat ze gaan. Haal mijn zonen van ver en mijn dochters van de einden van de aarde, iedereen die mijn naam draagt en die ik ter wille van mijn eigen glorie heb geschapen, die ik heb gemaakt en gevormd.”

Van de zoons en dochters van God die voorbestemd zijn om in het hemelse Jeruzalem bijeen te worden vergaderd in de nasleep van de verwoesting van het aardse Jeruzalem, wordt gezegd dat ze “zijn naam dragen” (de naam van Jehovah dus). Merk alstublieft op dat het bovenstaande vers niet zegt dat ze enkel de naam aanroepen, maar dat ze zijn naam ook daadwerkelijk dragen. En ze worden door zijn naam geroepen nog voordat ze zullen worden verstrooid. Deze personen kunnen niemand anders zijn dan de gezalfde Getuigen van Jehovah.

Maar als het Wachttorengenootschap het tegenbeeldige “Jeruzalem” is, op welke manier zou het Wachttorengenootschap dan kunnen zijn gestruikeld, zoals Jesaja duidelijk aangaf? Hoe hebben Jehovah’s Getuigen zich dan mogelijkerwijs tegen Jehovah gekeerd? Op wat voor manier hebben ze zich dan opstandig gedragen, zoals Jesaja 3: 8 zegt? We lezen daar namelijk: Want Jeruzalem is gestruikeld en Juda is gevallen, omdat ze zich in woord en daad tegen Jehovah hebben gekeerd. Ze hebben zich opstandig gedragen in zijn glorieuze aanwezigheid.

Het antwoord op deze vragen zullen we bespreken in het volgende deel van deze doorlopende serie over de profetie van Jesaja.