Dagtekst vrijdag 10 juli
Gelukkig zijn degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke behoeften. — Matth. 5:3.
Anders dan dieren heb jij geestelijke behoeften, en alleen je Schepper kan daarin voorzien (Matth. 4:4). Als je met waardering naar hem luistert, krijg je inzicht, wijsheid en geluk. Jehovah zorgt voor je geestelijke behoeften via zijn Woord en al het geestelijke voedsel dat hij via ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ geeft (Matth. 24:45). We hebben echt gevarieerd, goed voedsel (Jes. 65:13, 14). Dankzij het geestelijke voedsel van Jehovah kun je wijsheid en denkvermogen krijgen, en dat kan je op veel manieren beschermen (Spr. 2:10-14). Je ogen worden bijvoorbeeld geopend voor valse leringen, zoals het idee dat er geen Schepper is. Je wordt beschermd tegen de leugen dat geld en spullen je gelukkig maken. En je wordt geholpen verkeerde verlangens en zelfdestructief gedrag te herkennen en te vermijden. Blijf dus zoeken naar wijsheid en denkvermogen. Bezie ze als schatten. w18.12 20 ˚6, 7
Jehovah’s Getuigen worden er regelmatig aan herinnerd dat ze door de getrouwe en beleidvolle slaaf worden voorzien van het beste geestelijke voedsel. Aangenomen wordt dat dit het geval zal zijn tot aan het moment dat de Meester komt. Er is echter ook nog een ander aspect aan verbonden.
Aangezien het niet valt te ontkennen dat de Wachttoren-organisatie het spirituele leven van Jehovah’s Getuigen domineert, is het zeker niet ongegrond om te veronderstellen dat de Duivel de subtiele verafgoding van de Organisatie op sluwe wijze heeft bevorderd. Afgoderij betreft alles wat ervoor zorgt dat de exclusieve verheerlijking van Jehovah zelf afneemt.
In het geval van Job had Job ook geen idee dat hij het middelpunt was geworden van een kwestie tussen Satan en Jehovah. Zelfs nadat de beproeving was afgerond, staat er geen verslag in de Bijbel dat God Job had geïnformeerd over wat er in het onzichtbare had plaatsgevonden. God is tenslotte de Pottenbakker. Mensen zijn de klei die Hij vormt. De pottenbakker hoeft geen verantwoording af te leggen aan het aardewerk dat hij maakt. Beschouw vervolgens eens Jesaja’s profetie.
“Jullie verdraaien dingen! Moet de pottenbakker gelijkgesteld worden aan de klei? Moet het maaksel over zijn maker zeggen: ‘Hij heeft me niet gemaakt’? En moet wat gevormd is zeggen over degene die het gevormd heeft: ‘Hij heeft er geen verstand van’?” (Jesaja 29:16)
Het 29ste hoofdstuk van Jesaja werpt licht op hoe God van plan is zijn ontwerp te volbrengen. Het is niet aan mensen om Zijn methoden in twijfel te trekken. En wat is Gods ontwerp? Dat zijn wij. Zijn volk is zijn ontwerp.
Lang voordat het Wachttorengenootschap bestond, wees God al het inherente probleem aan dat onvermijdelijk zou ontstaan wanneer onvolmaakte mannen de leiding zouden hebben over een organisatie die wordt aangeprezen als ‘Jehovah’s aardse organisatie’. Het probleem in dezen is dat mensen van nature de neiging hebben tot afgoderij. Jehovah God geeft in de Bijbel een profetische beschrijving van het probleem dat op dit moment onder zijn volk bestaat: “Dit volk nadert mij met hun mond en ze eren mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij. Hun ontzag voor mij is gebaseerd op de voorschriften van mensen, die hun zijn aangeleerd.” (Jesaja 29:13)
Houd er rekening mee dat God niet aangeeft dat “dit volk” niet van hem is of dat ze niet onderwezen zijn. Het is zeker niet zoals het Wachttorengenootschap beweert, dat zulke mensen alleen (valselijk) beweren God te dienen. “Dit volk” eert Jehovah met hun lippen. Met andere woorden, ze prediken en onderwijzen in het openbaar over Jehovah. Ze bidden in het openbaar tot Jehovah. ‘De voorschriften van mensen’ moeten daarom afkomstig zijn van degenen die opzieners zijn; waarvan de uiteindelijke bron ‘de trouwe en beleidvolle slaaf’ is. Dit zijn de onderwijzers die de voorschriften van mensen onderwijzen.
Gods oplossing voor het probleem van hun halfslachtige toewijding wordt onthuld in het volgende vers: “Daarom ben ik degene die opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen met dit volk, het ene wonder na het andere. De wijsheid van hun wijzen zal vergaan en het verstand van hun verstandige mannen zal verborgen worden.” (Jesaja 29:14)
Wat betekent het eigenlijk wanneer Jehovah God zegt dat Hij wonderbaarlijke dingen zal doen? Het heeft te maken met de komst van Christus, die zelf in Jesaja 9:6 wordt beschreven als ‘de Wonderbare Raadgever’. De wonderen die Christus zal verrichten, zullen plaatsvinden buiten het gezag van de mannen die de leiding hebben. De wijsheid van de wijze en beleidvolle slaaf speelt hierin geen enkele rol. Welke autoriteit of geloofwaardigheid zal het Wachttorengenootschap nog overhebben wanneer de werkelijke parousia (Tweede Komst) van Jezus Christus zal beginnen?
Om de blindheid en het onvermogen van de zieners te onderstrepen wanneer zij deze situatie zullen proberen te begrijpen, beschrijft het 29ste hoofdstuk van Jesaja de belegering van Ariel, wat de symbolische naam is voor Jeruzalem. Jesaja beschrijft vervolgens dat de stad zal worden omsingeld door middel van een palissade. Dit is ook precies wat Jezus zei dat Jeruzalem zou overkomen tijdens het besluit van het samenstel. Het Wachttorengenootschap beweert dat de heilige plaats die tijdens de verdrukking zal worden verwoest, de heidense christenheid inclusief Babylon de Grote symboliseert. Het geestelijke onderscheidingsvermogen van de zieners van het Wachttorengenootschap is precies zoals de Schrift profetisch heeft voorspeld: “Want Jehovah heeft een geest van diepe slaap over jullie uitgestort. Hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en hij heeft jullie hoofden, de visionairs, bedekt.” (Jesaja 29:10)