Dagtekst maandag 6 juli
Laten we op elkaar letten om elkaar aan te sporen liefde te tonen en het goede te doen. — Hebr. 10:24.
Als we in een moeilijke situatie zitten, hebben we misschien moed nodig om geregeld naar de vergaderingen te gaan. Sommige broeders en zusters bezoeken moedig de vergaderingen ondanks veel verdriet, ontmoediging of gezondheidsproblemen. Andere doen dat ondanks hevige tegenstand van familieleden of overheden. Sta eens stil bij het effect dat ons voorbeeld heeft op onze broeders en zusters die vanwege hun geloof gevangen zitten (Hebr. 13:3). Als ze horen dat wij Jehovah ondanks onze beproevingen blijven dienen, worden ze gesterkt om vast te houden aan hun geloof, moed en trouw. Toen Paulus in Rome gevangenzat, gaf het hem vreugde te horen dat zijn broeders en zusters God trouw bleven dienen (Fil. 1:3-5, 12-14). Kort voor of na zijn vrijlating schreef hij zijn brief aan de Hebreeën. Daarin spoorde hij trouwe christenen aan hun bijeenkomsten nooit over te slaan (Hebr. 10:25). w19.01 28 ˚9
De dagtekst van 6 juli is natuurlijk vele maanden geleden geschreven. Gezien de omstandigheden van de huidige situatie is deze tekst niet eens relevant. De koninkrijkszalen van Jehovah’s Getuigen liggen er al meer dan drie maanden eenzaam en verlaten bij – gesloten vanwege de pandemische COVID lockdown. Dit heeft ook gevolgen ten aanzien van de verstrekking van het voedsel op de juiste tijd evenals het niet nalaten van het bezoeken van de vergadering.
Aangezien de wereld tegenwoordig is aangesloten op de digitale snelweg, zou je denken dat de verstrekkers van geestelijk voedsel versere informatie zouden moeten kunnen opdienen dan voorheen. Mijn columns worden op dagelijkse basis vers bereid.
Nu we de vierde maand van de pandemie ingaan, versoepelen sommige staten in Amerika de lockdown-beperkingen. We zien dat vele kerken hun deuren weer beginnen te openen. Nu we zien dat dit het geval is, kunnen we ons daarnaast ook afvragen waarom Jehovah’s Getuigen dan niet weer moedig bij elkaar beginnen te komen om zodoende elkaar liefdevol aan te moedigen om voortreffelijke werken te verrichten zoals de Bijbel ons aanspoort te doen.
Bovendien lijkt het erop dat het COVID-virus minder virulent blijkt te zijn dan in eerste instantie werd aangenomen. Hoewel het virus uiterst besmettelijk is, is het lang niet zo dodelijk als voorheen – het treft vooral ouderen en mensen met onderliggende gezondheidsklachten.
Waarom heeft het Wachttorengenootschap de uiterst belangrijke openbare bediening opgeschort? Er zijn op dit moment toch geen wettelijke beperkingen meer van kracht ten aanzien van de velddienst? Pakketdiensten sturen hun postbezorgers immers ook naar woonhuizen. Zeker in deze tijd wanneer er miljoenen mensen thuis zijn terwijl ze dat normaal gesproken niet zouden zijn, zou het toch juist het perfecte moment moeten zijn voor Jehovah’s Getuigen om gebruik te maken van deze situatie door contact met mensen op te nemen. Vooral ook omdat er nu sprake is van een enorme toename van mensen die bezorgd zijn over de toekomst – mensen moeten juist nu de Bijbelse boodschap horen.
En waar zijn op dit moment de jw.org lectuur karretjes die normaal gesproken op straat te vinden waren? Bezorgde Jehovah’s Getuigen zouden zelfs een gezichtsmasker en operatiehandschoenen kunnen dragen. Daarnaast waren de straten de afgelopen maand ook het toneel van grote demonstratiemassa’s en zelfs relschoppers. Waarom zouden Jehovah’s Getuigen dan tijdens deze kritieke tijden niet mogen deelnemen aan de openbare bediening?
Waar zijn het geloof, de moed en de integriteit nou gebleven waarover het Wachttorengenootschap spreekt? Waar zijn nou de dappere leiders van de kudde gebleven? Schuilen het Besturende Lichaam en hun ‘helpers’ op dit moment dan nog steeds in hun ivoren torens van hun granieten paleis? Vanaf welk moment zullen Jehovah’s Getuigen hun gehoorzaamheid aan Christus boven de bevelen van mensen gaan stellen?
Herinner uzelf aan de vermaning van de apostel aan Timotheüs: “Ten overstaan van God en Christus Jezus, die de levenden en de doden zal oordelen, en krachtens zijn manifestatie en zijn Koninkrijk, beveel ik je plechtig: Predik het woord. Doe het zonder uitstel, in gunstige tijd en in moeilijke tijd. Wijs terecht, berisp en spoor aan, met veel geduld en onderwijskunst. Want er komt een tijd dat ze de gezonde leer niet verdragen maar hun eigen verlangens volgen en leraren om zich heen verzamelen die hun vertellen wat ze graag willen horen.” (2 Timotheüs 4: 1-3)