Dagtekst zondag 30 augustus

Ouderen en jongeren samen. Laten ze de naam van Jehovah loven. — Ps. 148:12, 13.

Je zou je als jongere ten doel kunnen stellen om aandacht te hebben voor de ouderen. Je kunt ze respectvol vragen om een ervaring te vertellen uit hun leven van dienst. Je zult merken dat dat heel opbouwend is en dat jullie allebei nog meer gemotiveerd zullen zijn om het waarheidslicht te laten schijnen. Ieder van ons kan zich voornemen om bezoekers in onze Koninkrijkszaal te verwelkomen. Als je een velddienstbijeenkomst moet leiden, kun je veel doen om ouderen te helpen een aandeel te hebben aan de dienst. Zorg bijvoorbeeld voor geschikt gebied en regel dat ze kunnen samenwerken met een jongere partner die steun kan geven. Toon ook begrip voor degenen die door een slechte gezondheid of andere omstandigheden minder kunnen doen. Of ze nu jong zijn of oud, weinig ervaring hebben of veel, met je medeleven en begrip kun je ze helpen ijverig het goede nieuws te prediken (Lev. 19:32). w18.06 23 ˚10-12

Het is verbazingwekkend om te moeten constateren hoe snel de Wachttoren-organisatie overbodig is geworden. Het is vandaag 30 augustus 2020, en gedurende de afgelopen vijf maanden hebben er in geen enkele koninkrijkszaal ter wereld vergaderingen plaatsgevonden. Daarnaast was er ook geen georganiseerde velddienst. Toch lijkt het erop alsof er helemaal niets is veranderd wanneer we de dagtekst van vandaag mogen geloven. Uiteraard zijn er wereldwijd vermoedelijk enkele miljoenen Jehovah’s Getuigen die deze dagtekst ook hebben gelezen.

Ik realiseer me natuurlijk dat de dagtekst voor het begin van elk nieuw kalenderjaar wordt geschreven. Oorspronkelijk was dit vroeger ook nodig omdat miljoenen papieren bladzijden moesten worden gedrukt die vervolgens in honderden talen moesten worden vertaald en daarna moesten ze nog worden gedistribueerd. Ik begrijp dat dit vroeger op deze manier moest gebeuren. Toch is het vreemd wanneer we ons realiseren dat alle communicatie en al het “geestelijk voedsel” dat Jehovah’s Getuigen vandaag de dag ontvangen, via het internet verloopt en dat er tegelijkertijd een groot personeelbestand op het hoofdkantoor werkzaam is dat druk bezig is met het schrijven, publiceren en vertalen van allerhande lectuur evenals het feit dat Bethel beschikt over een zeer vakbekwame technische afdeling. Waarom kiest Bethel er dan niet voor om de dagtekst te herschrijven zodat de materie aansluit op de gewijzigde omstandigheden? Is het niet de bedoeling dat het geestelijk voedsel op de juiste tijd verstrekt dient te worden? Ik bedoel, hoe moeilijk kan het zijn om een relevantere paragraaf uit een oude Wachttoren te pakken en deze te kopiëren en te plakken in het tekstvak van de website jw.org om vervolgens op de “enter-knop” te drukken zodat deze gewijzigde tekst online komt te staan?

Ik krijg sterk de indruk dat het Wachttorengenootschap zichzelf irrelevant probeert te maken. Hoe kunnen ze zo losgekoppeld zijn van de werkelijkheid? Dit benadrukt absoluut het feit dat het Wachttorengenootschap zonder het predikingswerk geen bestaansrecht meer heeft.

Wanneer we de dagtekst van vandaag bekijken dan zouden we ons moeten afvragen hoe wij zonder samen te komen en in het openbaar te prediken onszelf als christenen dienen te verenigen om de naam van Jehovah te loven? Wat is nou de betekenis van het woord “samen”?

Hoe langer de zelfopgelegde lockdown van het Wachttorengenootschap duurt des te duidelijker wordt het dat dit de geloofsafval is waarover de apostel Paulus ons vooraf had gewaarschuwd dat deze éérst zou plaatsvinden. Eerst waarvoor? – eerst vóór de parousia. (de Tweede Komst van Christus)

Bijna 20 jaar geleden kwam aan het licht dat het Wachttorengenootschap zichzelf aan de Verenigde Naties had opgedragen als een geassocieerd NGO-lid. Dit lidmaatschap van de VN hield in dat de Wachttoren-organisatie hiermee de verplichting was aangegaan om een deel van haar middelen in te zetten om daarmee hun achterban (Jehovah’s Getuigen) te informeren over de politieke programma’s van de Verenigde Naties.  Met andere woorden, het Wachttorengenootschap moest dus VN-propaganda verspreiden door gebruik te maken van hun eigen middelen (tijdschriften zoals de Ontwaakt!), die eigenlijk bedoeld zijn om het publiek te informeren over Gods Koninkrijk en zeker niet bedoeld zijn om de Verenigde Naties mee te verheerlijken. Gedurende een periode van tien jaar lang is dit precies wat het Wachttorengenootschap deed. Ik heb dit ook uitgebreid gedocumenteerd. Dat partnerschap tussen de Wachttoren-organisatie en de Verenigde Naties, ook wel bekend als het wilde beest, kwam neer op een daad van afvalligheid. Geestelijke hoererij. Na 10 jaar werd dit geheim van het Wachttorengenootschap publiekelijk bekend en vervolgens heeft het Genootschap zeer snel daarna hun ngo-lidmaatschap eenzijdig ingetrokken. Tot op de dag van vandaag zijn de meeste Jehovah’s Getuigen zich nog steeds niet bewust van het verraad dat destijds door Bethel werd gepleegd. De woordvoerder van het Wachttorengenootschap verklaarde dat het allemaal zou berusten op een groot misverstand. Het Besturende Lichaam had dus berouw. Prima.

Hoe schandelijk dat ook was… om de Ontwaakt! tijdschriften te bezaaien met stukjes VN-propaganda verpakt in slim geschreven artikeltjes waarin de prestaties van de Verenigde Naties en haar tientallen afdelingen werden aangeprezen, om vervolgens ook nog eens miljoenen onwetende Jehovah’s Getuigen te mobiliseren om te worden ingezet als verspreiders van dergelijk politiek afval… Toch is datgene waar we het nu over hebben nog een stap erger. Bethel legt nu namelijk het gebod van Jezus Christus regelrecht naast zich neer en alle Jehovah’s Getuigen worden bevolen om niet langer samen te komen om de naam van Jehovah te loven. Bethel heeft de openbare prediking en verkondiging van Jehovah’s naam een halt toegeroepen…Dat is nog vele malen erger dan het 10-jaar lange geestelijke overspel dat het Wachttorengenootschap met de Verenigde Naties heeft bedreven.

Overweeg eens de context met betrekking tot de voorzegde geloofsafval. De apostel Paulus schreef over de tweede komst en over de brandende vernietiging van tegenstanders. In het eerste hoofdstuk van zijn tweede brief aan de Thessalonicenzen verwees de apostel naar de dag dat hij komt om geëerd te worden in verband met zijn heiligen en om bewonderd te worden door iedereen die geloof heeft getoond, en jullie hebben het getuigenis dat we hebben gegeven, in geloof aanvaard.

De verheerlijking van Christus in verband met de heiligen is wat er zal plaatsvinden tijdens de parousia, wanneer Jezus naast de heiligen zal verschijnen die waakzaam zijn gebleken waarop Jezus hen vervolgens hoogspersoonlijk zal bedienen. Paulus waarschuwde de ‘broeders’ nog op ernstige toon dat zij hun denken niet te vlug in de war moesten laten brengen en niet onnodig in paniek moesten raken vanwege mondelinge of schriftelijke boodschappen waarvan het lijkt alsof ze van de apostelen afkomstig zouden zijn. Berichten waarin wordt beweerd dat de parousia en de dag des Heren al zijn aangebroken. Paulus zei verder in het tweede hoofdstuk: Laat je door niemand misleiden, op geen enkele manier. Want voordat die dag komt, moet eerst nog de geloofsafval komen en moet de mens van wetteloosheid worden geopenbaard, de zoon van vernietiging. Hij verzet zich en verheft zich boven elke zogenaamde god of elk voorwerp van aanbidding, waardoor hij in de tempel van God gaat zitten en zich in het openbaar als een god presenteert. Herinneren jullie je niet dat ik die dingen steeds zei toen ik nog bij jullie was?

Nog een Bijbelse reden om respect te tonen voor de getrouwe slaaf is dat er in figuurlijke zin over de gezalfde christenen op aarde wordt gesproken als een „tempel” waarin Jehovah „door geest” woont. Als zodanig zijn ze „heilig”. Aan deze heilige tempelklasse heeft Jezus zijn aardse bezittingen toevertrouwd, wat betekent dat bepaalde rechten en verantwoordelijkheden in de christelijke gemeente uitsluitend aan deze collectieve slaaf toebehoren. Daarom bezien allen in de gemeente het als hun heilige plicht om de leiding van de getrouwe slaaf en het Besturende Lichaam te volgen en te steunen. De „andere schapen” vinden het een groot voorrecht de slaafklasse bij te staan in het behartigen van de belangen van de Meester. — w07 1/4 blz 13

“Voordat die dag komt” verwijst naar de parousia (de tweede komst van Christus). Dus de geloofsafval komt eerst voor de parousia, en dit vond dus niet al eeuwen geleden plaats, zoals het Wachttorengenootschap nog steeds beweert. Houd er rekening mee dat de Schrift aangeeft dat de mens van wetteloosheid zichzelf verheft en in de tempel van God gaat zitten onmiddellijk voorafgaand aan het moment waarop Christus zichzelf zichtbaar zal openbaren aan de gezalfden die op dat moment nog in het vlees op aarde zullen zijn. De mens van wetteloosheid is de bron van de bedrieglijke verkondiging dat de dag des Heren (dag van Jehovah) al zou zijn aangebroken. Zijn verkondigingen maken deel uit van het werk van Satan, ondersteund door allerlei krachtige misleidende tekenen die allemaal bedoeld zijn om de onoplettende mensen ervan te overtuigen dat Jezus al zou zijn gekomen.

De mens van wetteloosheid wordt beschouwd als een voortreffelijk en oprecht christelijk leider. Waarom is dat zo? De aanduiding “zoon van vernietiging” koppelt hem aan Judas, die natuurlijk een van de oorspronkelijk uitgekozen apostelen van Christus was. In Johannes 17:12 noemde Jezus Judas de ‘zoon van vernietiging’. Het is de enige andere plaats in de hele Bijbel waar deze uitdrukking wordt gebruikt. Dit betekent dat de mens van wetteloosheid behoort tot de zogenaamde “tempelklasse” van gezalfde christenen. Als een van de 12 apostelen was Judas gemachtigd om de zieken te genezen en zelfs om demonen te verdrijven. Judas wandelde gedurende al die tijd naast Jezus, helemaal tot aan het laatste avondmaal toen Jezus hem het stukje brood overhandigde en Satan vervolgens bezit nam van Judas. Vervolgens verliet Judas de groep apostelen en verdween hij in de duisternis van de nacht. Ook verheft de mens van wetteloosheid zichzelf tijdens de laatste dagen alsof hij een apostel is. Dat is ook waarom Paulus ons waarschuwde om op onze hoede te zijn ten aanzien van een mondelinge boodschap of een schriftelijke verklaring die “van ons afkomstig lijkt te zijn” – met apostolische authoriteit dus.

Jezus staat aan het hoofd van de gemeente. Zoals Jehovah’s Getuigen weten, wordt Jezus terecht een god genoemd en aan hem is alle autoriteit gegeven, zowel in de hemel als op aarde. Een van de laatste dingen die Jezus tegen zijn discipelen zei, betrof een gebod: Ga dus en maak discipelen van mensen uit alle volken. Doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leer ze om zich te houden aan alles wat ik jullie heb opgedragen. En weet: ik ben met jullie, alle dagen, tot het einde van het tijdperk.” (Matt 28:19-20)

Vanaf het moment dat de pandemie zich vanuit China begon te verspreiden, beweerde het Besturende Lichaam meteen dat dit een duidelijk bewijs zou zijn van het teken dat al sinds 1914 zichtbaar zou zijn en nog steeds aanwezig is en dat al die tijd nog steeds onverminderd doorgaat. In werkelijkheid maakt de coronavirus-paniek deel uit van de voortdurende werking van Satan die met allerlei leugenachtige tekenen en wonderen en elke vorm van onrechtvaardig bedrog aan het misleiden is. Deze zogenaamde pandemie wordt aangegrepen als een voorwendsel om tegen de geboden van Christus in te gaan. Door christenen te bevelen om niet langer meer in het openbaar te prediken, te onderwijzen en discipelen te maken, verzet het Besturende Lichaam zich in het openbaar tegen Jehovah. Ze verheffen zichzelf boven elk voorwerp van aanbidding en boven elke god, met inbegrip van Jezus Christus.

Zelfs al voordat Satan bezit nam van Judas, onthulde de Bijbel dat hij een dief was. Hij was de penningmeester van de apostelen en hij verrijkte zichzelf doormiddel van het ingezamelde geld. Het Wachttorengenootschap is op eenzelfde manier betrokken geweest bij diefstal. In de afgelopen jaren zijn honderden gemeenten van Jehovah’s Getuigen door Bethel onteigend. De koninkrijkszalen die de broeders en zusters met hun eigen tijd, geld en energie hadden gebouwd en betaald werden zonder enige inspraak door Bethel verkocht. Gebedshuizen die oorspronkelijk waren opgedragen aan Jehovah en die nog perfect voldeden om te dienen waar ze voor bedoeld waren. Toch werden deze honderden koninkrijkszalen verkocht voor louter winst en niets anders.

Zelfs het iconische hoofdkantoor in Brooklyn werd verkocht aan de hoogste bieder. Blijkbaar beseften de geldwisselaars en de handelaren die binnen Bethel opereren hoe de vastgoedzeepbel de waarde van het onroerend goed in New York en Londen tot ongekende hoogte had opgeblazen en ze roken daarmee een uitgelezen kans om heel veel geld bij elkaar te harken door gebouwen die aan Jehovah waren opgedragen in de uitverkoop te gooien.

Hieronder ziet u een gelikte video die de tempelmarketeers een paar jaar geleden hadden gemaakt om het onroerend goed van Jehovah in de markt aan te prijzen, waarbij ze er werkelijk alles aan hebben gedaan om in te spelen op rijke elitaire wereldse kopers.