Download of stream hier de oorspronkelijke Engelse audio behorende bij het artikel
Opmerking Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk gepost in maart 2011. Dit artikel wordt nu opnieuw gepost, samen met een relevante video bedoeld voor nieuwe bezoekers van deze website die de oudere artikelen wellicht niet hebben meegekregen.
In het zevende hoofdstuk van Jesaja wordt het koninkrijk Juda en Jeruzalem bedreigd door een coalitie van Syrië en Israël. De profeet Jesaja krijgt de opdracht om de doodsbange koning van Judea te confronteren om hem vervolgens te verzekeren dat Jeruzalem niet zal vallen. Uiteindelijk zou Efraïm (Israël) een aantal jaar later echter alsnog volledig ophouden te bestaan. Gods woorden kwamen uit toen de voortdurende Assyrische verovering van het noordelijke koninkrijk werd voltooid.
Echter lag het in de context van die dreiging dat Jehovah door middel van Jesaja verklaarde: “Als jullie geen sterk geloof hebben, zullen jullie niet standhouden.” (Jesaja 7:9)
Het is opmerkelijk dat het tienstammenrijk van Israël op goddeloze wijze een verbond met Syrië was aangegaan tegen Juda die tenslotte hun eigen broeders waren. Het commentaar van het Wachttorengenootschap wijst erop dat dit een plan van de Duivel was om de troon van David omver te werpen om Jehovah’s voornemen in verband daarmee te dwarsbomen. Dat zal ook ongetwijfeld zo zijn geweest. Hoewel destijds de koning van Juda (Achaz) eveneens niet te boek stond als een getrouw man aan God, omdat hij een afgodendienaar was en hij de koning van Assyrië op goddeloze wijze had omkocht om hem te komen helpen; kwam het er feitelijk op neer dat Jehovah het simpelweg niet zou toestaan dat zijn aardse koninkrijk in die tijd omvergeworpen zou worden. Maar uiteindelijk stond hij toe dat de koning van Babylonië, Nebukadnezar, Juda op zou slokken alsof het een dikke, rijpe vijg was.
In moderne tijden zijn de verschillende denominaties (stammen) van de afvallige christenheid te vergelijken met het tienstammenrijk van Israël doordat ze zich verenigen met de politieke machten met als doel om de organisatie van Jehovah’s Getuigen te dwarsbomen of zelfs te vernietigen. Telkens wanneer regeringsautoriteiten actie ondernemen tegen het Wachttorengenootschap, blijkt dat er achter de schermen heel vaak een betrokkenheid van geestelijken actief is. Het recente verbod op Jehovah’s Getuigen in Moskou is bijvoorbeeld zeer zeker het resultaat geweest van inmenging van de Russisch-orthodoxe geestelijkheid (Vladimir Poetin is Russisch-orthodox) – net zoals dat de katholieke kerk ongetwijfeld een rol heeft gespeeld bij het tien jaar oude plan om te voorkomen dat het Wachttorengenootschap in Frankrijk als religieuze organisatie zou worden aangemerkt waardoor ze een status zouden ontvangen waarbij ze belastingvrijstelling zouden krijgen.
Maar net als de ongelovige Achaz beschikt het leiderschap van het Wachttorengenootschap ook over een verleden van compromissen met politieke machten en andere daden van trouweloosheid. (Het geheime 10-jarige partnerschap tussen het Wachttorengenootschap en de Verenigde Naties steekt er met kop en schouders bovenuit. – althans tot nu toe dan.)
Maar zoals in het geval van Juda, zal God niet toestaan dat zijn moderne organisatie zal ontsporen vanwege de dwaze handelingen van goddeloze mensen of door tegenwerkende geestenmachten; in ieder geval niet voordat Jehovah’s voornemen in verband daarmee volledig is vervuld.
Vervolgens roept God alle betrokken mensen op om een plan te smeden dat tegen zijn voornemen ingaat, door te zeggen: “Volken, richt maar schade aan, jullie zullen toch verbrijzeld worden. Luister, iedereen uit afgelegen streken op aarde! Maak je maar klaar voor de strijd, jullie zullen toch verbrijzeld worden! Maak je maar klaar voor de strijd, jullie zullen toch verbrijzeld worden! Smeed maar plannen, ze zullen toch mislukken! Zeg maar wat je wilt, het zal toch niet slagen, want God is met ons!” (Jesaja 8:9-10)
Wat vandaag de dag van belang is voor ons is het feit dat de profetie zich richt tot “iedereen uit de afgelegen streken op aarde“. Terwijl het kleine koninkrijk Juda in de tijd van Jesaja hoogstwaarschijnlijk een onbekende natie was in de afgelegen gebieden van de aarde, zijn het Wachttorengenootschap en Jehovah’s Getuigen daarentegen wel wereldwijd bekend. Het Genootschap heeft zonder enige twijfel Gods naam bekendgemaakt in de meest afgelegen delen van de aarde. Als een indicatie van de omvang van het werk dat het Wachttorengenootschap heeft verricht, kan worden aangehaald dat de boodschap van Jehovah’s Getuigen onderhand in meer dan 1000 talen wordt gepubliceerd!
In de moderne geschiedenis is er sprake van een doorlopend plan dat door de elitaire machthebbers van deze aarde wordt nagestreefd om alles uit te roeien dat verband houdt met de Renaissance, met inbegrip van het natiestaatsysteem en het christendom, waarbij geprobeerd wordt om terug te keren naar een door corporatisten geleid feodaal systeem dat wordt bestuurd door de Verenigde Naties (de zogenoemde nieuwe wereldorde). Het is de uiteindelijke bedoeling van de Duivel om dat laatste koninkrijk te gebruiken om Jehovah’s volk van deze aardbodem weg te vagen.
De verovering van het tienstammenrijk van Israël door het Assyrische rijk schetst een voorbode van de komende vernietiging van het christendom door de achtste koning. Jehovah’s Getuigen zijn zich heel goed bewust van het feit dat toen de Assyrische koning tegen Jeruzalem optrok, een van Jehovah’s engelen 185.000 Assyrische soldaten had gedood. Wat beeldt dit dan af? We zien daarin een parallel met de aanval van Gog van Magog en de oorlog van Armageddon.
Maar met betrekking tot de samenzwering van de nieuwe wereldorde en de wereldwijde genocide die in de nabije toekomst ongetwijfeld zal gaan plaatsvinden, zijn de volgende verzen uit Jesaja uitermate relevant: “Wat dit volk een samenzwering noemt, moet je geen samenzwering noemen. Wees niet bang voor wat hen bang maakt. Heb er geen angst voor. Jehovah van de legermachten, hij is degene die je als heilig moet bezien, hij is degene voor wie je ontzag moet hebben en hij is degene voor wie je angst moet hebben.“ (Jesaja 8:12-13)
Er is geen enkele samenzwering die Jehovah’s voornemen in de weg kan staan. In feite keurt Jehovah de samenzwering voor een wereldregering volledig goed en is hij ook van plan de nieuwe wereldorde te gebruiken als een instrument om de christenheid en heel Babylon de Grote volledig te vernietigen, net zoals Openbaring onthult dat God het in de harten en gedachten van de laatste koningen zal geven om hen ertoe aan te zetten hun goddeloze plan volledig ten uitvoer te brengen.
De reden waarom Bijbelse profetieën zoals die van Jesaja tegenwoordig relevant zijn, is omdat het op dit moment nog steeds Gods voornemen is om het zaad van het Koninkrijk voort te brengen en de Duivel is op dit moment nog steeds bezig om zich tegen de vervulling van Gods voorgenomen plan te verzetten. Maar ondanks de pogingen die tot nu toe werden ondernomen om het werk van Jehovah’s Getuigen te belemmeren, dienen we zeker niet te veronderstellen dat de profetie betrekking heeft op een moderne intrige om het werk van het Wachttorengenootschap te stoppen. Uiteindelijk overstijgt Gods voornemen elke aardse organisatie. Het is namelijk Gods voornemen om een exclusieve hemelse organisatie tot stand te brengen – het Nieuwe Jeruzalem – het Koninkrijk Gods.
Maar dat het bovengenoemde plan een moderne toepassing heeft, blijkt duidelijk uit wat er in Jesaja 8: 14-18 staat: “Hij zal een heiligdom worden, maar ook een steen waaraan men zich stoot en een rotsblok waarover men struikelt voor de beide huizen van Israël, een val en een strik voor de inwoners van Jeruzalem. Velen van hen zullen struikelen, vallen en zich verwonden. Ze zullen in de val lopen en gevangen worden. Rol de schriftelijke bevestiging op, verzegel de wet bij mijn discipelen! Ik zal blijven uitkijken naar Jehovah, die zich verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal op hem hopen. Hier ben ik met de kinderen die Jehovah me heeft gegeven. Wij zijn in Israël als tekenen en wonderen van Jehovah van de legermachten, die op de berg Sion woont.“
Zoals God eerder in deze context liet doorschemeren, zal zijn volk het niet overleven indien ze geen geloof in Hem stellen. Hoe moet dit op het huidige moment van toepassing zijn op Jehovah’s Getuigen?
Interessant genoeg citeerde Paulus uit het 18de vers om aan te tonen dat de kinderen die Jehovah aan Christus heeft gegeven, degenen zijn die de geadopteerde zonen van God zullen worden. Paulus legde vervolgens aan de Hebreeuwse christenen uit dat ze een hemelse berg Sion waren genaderd en dat het aardse Sion niet zou blijven bestaan. De oude Joodse vorm van aanbidding was achterhaald geraakt.
In de afgelopen anderhalve eeuw heeft God het nodig gevonden dat het proces van de hemelse roeping en het proces waarbij deze zonen worden uitgekozen weer nieuw leven werd ingeblazen; en dat heeft hij gedaan door tussenkomst van het Wachttorengenootschap, waarbij het Wachttorengenootschap overeenkomt met het aardse Jeruzalem, de plaats waar Jehovah zijn naam heeft laten wonen. Echter zal de laatste fase van Gods voornemen inhouden dat Jehovah zijn gezicht voor zijn volk zal verbergen – zoals in vers 17 wordt gezegd. Jehovah ‘die zich verbergt voor het huis van Jakob’ zal tot uiting komen zodra het Wachttorengenootschap tijdens de verdrukking ineen zal storten. In dat opzicht zal ook de huidige vorm van aanbidding – welke zich concentreert binnen de Wachttoren-organisatie op dat moment eveneens achterhaald zijn.
Zoals reeds vermeld, moet erop worden gewezen dat hoewel Jehovah voor Jeruzalem vocht toen Assyrië het probeerde te plunderen, dat “Jeruzalem” hier niet het tegenbeeld vormt van de huidige aardse organisatie. Hoezo dan? Omdat, net zoals in de profetie van Gog, de laatste aanval pas zal beginnen nadat God zijn aardse organisatie ineen heeft laten storten, Daarna zal God pas het getrouwe overblijfsel terugkopen. Dit is precies waar de profetie van Jesaja over gaat. De Babylonische verovering van Jeruzalem vormt dus een voorbode op de komende ineenstorting van het Wachttorengenootschap; terwijl de invasiepoging van de Assyrische legers de laatste aanval op de verzegelde zonen van het Koninkrijk afbeeldt nadat ze zijn hersteld van Gods disciplinaire tuchtiging. Omdat de verzegelden pas dan tot koningen van het Koninkrijk zullen worden gekroond, zal elke aanval op hen door Jehovah beschouwd worden als een rechtstreekse aanval op het hemelse Sion, wat ook de aanzet zal zijn voor de allesbeslissende oorlog van Armageddon.
In welke zin zullen de kinderen die Jehovah geeft, tekenen en wonderen worden? Jezus voorzei dat de zonen van het Koninkrijk tijdens het besluit van het samenstel van dingen zo helder zouden schijnen als de zon in Jehovah’s Koninkrijk. Dit is alles behalve een gewone aangelegenheid. Paulus verwees naar dit fenomeen als “de openbaring van de zonen Gods”. Deze gebeurtenis zal plaatsvinden zodra de laatste van “deze kinderen” zal worden verzegeld tijdens of zelfs na de verdrukking. Dat is ook de reden waarom we in de volgende reeks verzen van Jesaja het volgende kunnen lezen: “Hier ben ik met de kinderen die Jehovah me heeft gegeven. Wij zijn in Israël als tekenen en wonderen van Jehovah van de legermachten, die op de berg Sion woont. ‘Raadpleeg de mediums of de waarzeggers, die fluisteren en mompelen’, zeggen ze misschien tegen je. Maar moet een volk niet zijn God raadplegen? Moeten ze de doden raadplegen ten behoeve van de levenden? Ze moeten juist de wet en de schriftelijke bevestiging raadplegen! Als ze niet volgens dit woord spreken, hebben ze geen licht. Iedereen zal ellendig en hongerig door het land trekken. En omdat ze hongerig en boos zijn, zullen ze hun koning en hun God vervloeken terwijl ze omhoogkijken. Dan zullen ze naar de aarde kijken en alleen maar somberheid en duisternis zien, diepe schaduw en moeilijkheden, donkerte en geen licht.“ (Jesaja 8:18-22)
Wanneer de laatste van “de kinderen” verzegeld zal zijn, zal het Wachttorengenootschap op dat moment iets afschuwelijks worden en zal het niet langer meer dienen als Gods aardse mondstuk. Degenen die na dat moment nog door zullen gaan met het raadplegen van de Wachttoren-organisatie en ernaar zullen opkijken voor leiding gedurende die tijd van benauwdheid en duisternis (in welke vorm dan ook waarin de Wachttoren-organisatie mogelijkerwijs nog actief zal zijn na de ineenstorting), die zullen dan door Jehovah God worden beschouwd als mensen die een vorm van spiritisme beoefenen. En degenen die zich wenden tot datgene wat er dan nog over is van de Wachttoren-organisatie om te zoeken naar geestelijk voedsel zullen zeker honger lijden. In werkelijkheid zullen Jehovah’s Getuigen die weigeren om tijdens de ware authentieke parousia (Tweede Komst van Christus) Christus te aanvaarden, terwijl ze zich uit alle macht blijven vastklampen aan de 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap (de werking van Satan), degenen zijn over wie we in de bovengenoemde profetie kunnen lezen dat ze “hun God en hun koning zullen vervloeken terwijl ze omhoog kijken”.
Het zal niet zo zijn dat iemand op dat moment zijn toevlucht zou kunnen nemen tot necromantie, maar zodra ‘de kinderen’ eenmaal verwekt zijn, zullen ze volledig tot leven komen en worden ze in het Koninkrijk van Christus opgenomen als onsterfelijke deelgenoten van de nieuwe schepping, ook al zullen ze op dat moment nog steeds voor een korte tijd in het vlees bestaan. (Zie hoofdstuk: De Parousia) Op het moment dat ze tot leven zullen komen, worden degenen die geen deel uitmaken van de nieuwe schepping als geestelijk dood beschouwd.
De openingswoorden van het 29ste hoofdstuk van Jesaja luiden als volgt: “Wee A̱riël, A̱riël, de stad waar David zijn kamp opsloeg! Laat jaar na jaar voorbij gaan, laat de kringloop van feesten doorgaan. Maar ik zal ellende brengen over A̱riël, er zal gerouwd en gejammerd worden. Ze zal voor mij worden als de vuurhaard van Gods altaar. Ik zal je aan alle kanten belegeren, ik zal je insluiten met een palissade en belegeringswerktuigen tegen je opstellen. Je zult ten val worden gebracht. Vanaf de grond zul je spreken en wat je zegt zal in het stof gedempt worden. Je stem zal uit de grond komen zoals de stem van een medium, en je woorden zullen fluisterend klinken vanuit het stof. “ (Jesaja 29:1-4)
De profetie hierboven vergelijkt Gods organisatie ook met een geestenmedium, net als in het achtste hoofdstuk. (Interessant is dat het Genootschap jaren geleden ten aanzien van het bovenstaande vers een antwoord gaf op de vraag van een lezer, dat het vers van toepassing is op wat zij Jehovah’s organisatie noemen tijdens de verdrukking. In het recentere commentaar op Jesaja wordt deze verklaring door het Wachttorengenootschap echter achterwege gelaten.)
Er moet echter wel worden opgemerkt dat Jezus voorspelde dat Jeruzalem en het heiligdom gedurende het einde zouden worden belegerd en omringd zouden worden door een palissade. Dus alle profetieën wijzen op één ding: de ineenstorting van de huidige theocratische organisatie!
Net zoals Jezus had voorzegd dat velen tot struikelen zullen worden gebracht, zal het hedendaagse “Jeruzalem” (Het Wachttorengenootschap) een struikelblok worden: “Velen van hen zullen struikelen, vallen en zich verwonden. Ze zullen in de val lopen en gevangen worden.“
Het is dus ook niet vreemd dat Jehovah de nadruk legde op de noodzaak om in Hem te geloven en niet te vertrouwen op de veronderstelde bestendigheid van Jeruzalem.